In vrijwel elke buurt kan je situaties tegenkomen in ons land waar er vuil gedumpt wordt. Men doet dat liefst op een verlaten terrein, maar ook gewoon in de bebouwde kom.
Op de hoek van de Verlengde Hoogestraat en de Fred Derbystraat is er een ontsierend stuk perceel waar er steeds weer wat rommel bijkomt. Tegenover het Kabinet van de President staan twee verlaten panden die al jaren een vuilstortplaats zijn. Toen de president van India een bezoek bracht aan Suriname waren ze ineens verborgen achter zwarte doeken. Nu dat voorbij is, zijn ook die doeken weg en kan je weer genieten van de troep.
Het is bekend dat zwervers ook voor ongerief zorgen wanneer ze hun intrek nemen in verlaten panden. Maar niets is zo triest om te zien, dat burgers nog altijd denken dat ze van alles hier en daar kunnen smijten en dat de overheid dat wel zal opruimen. Deze mentaliteit schijnt niet te willen veranderen. Een gezonde geest snapt dat een gezond milieu nodig is.
Indertijd was er sprake van om eigenaren van verlaten panden ertoe te krijgen zaken regulier te onderhouden of ze anders een boete te laten betalen. Of dat ooit zover is gekomen is mij niet bekend.
Tot nu toe is het nog niet goed doorgedrongen tot burgers hoe belangrijk het milieu is. Het verblijven in een verziekt milieu is allesbehalve wenselijk. Men behoort te beseffen dat eenieder wel enige mate van verantwoordelijkheid heeft voor het schoon houden ervan. En dat behoort als eerste thuis te gebeuren.
De overheid, milieuorganisaties evenzo diverse plekken waar educatie genoten wordt komen erbij. Het is de hoogste tijd dat men gaat werken aan het ‘verschonen’ van deze ongewenste mentaliteit van vuilsmijterij waar dan ook.
Het is voor niemand goed. Niet hier in Suriname en niet ergens anders.
Tanya Frijmersum