De lezers zullen misschien zich nog herinneren de Jasmijnrevolutie. De Jasmijnrevolutie is de benaming voor de protesten van de Tunesische bevolking tegen de hoge (jeugd)werkloosheid, de corruptie, de censuur, de hoge voedselprijzen en de politiek van president Zine El Abidine Ben Ali, volgend op de zelfverbranding van Mohammed Bouazizi op 17 december 2010. De revolutie is vernoemd naar de jasmijn, die beschouwd wordt als de nationale bloem van Tunesië. De Jasmijnrevolutie luidde het begin van de Arabische Lente in. (Wikipedia)
De Faya lobi (vurige liefde) wordt beschouwd als de nationale bloem van Suriname. De ‘Faya lobi-revolutie’ is de benaming voor het protest tegen het volgende fenomeen.
Hassan en Laila (fictieve namen) laten het nikaah (moslimhuwelijk) sluiten dat niet wordt geregistreerd bij de Burgerlijke Stand. Hassan komt te overlijden. Laila gaat niet kunnen erven, omdat het ongeregistreerde nikaah niet rechtsgeldig is; partijen kunnen daar geen rechten aan ontlenen. Door het nikaah niet te laten registreren, heeft Hassan Laila geruisloos op een slinkse manier onterfd.
Moslims met een ongeregistreerd nikaah zeggen dat ze getrouwd zijn in de ogen van Allah. Dat wil zeggen dat de onterving van Laila door Hassan de goedkeuring draagt van Allah. Vraag: “Is er een vers uit de Koran om die onterving te rechtvaardigen?”
Laila kan niet erven volgens de Surinaamse wetgeving. Zij kan ook niet erven volgens de Sharia (islamitische) wetgeving, omdat het islamitische erfrecht niet van toepassing is in Suriname.
Conclusie: bij een ongeregistreerd nikaah kan een moslimvrouw bij de dood van haar ‘echtgenoot’ niet erven, noch volgens de Surinaamse wet noch volgens de Sharia-wet. Dus religie als dekmantel voor onterving van vrouwen. Dit kan absoluut niet door de beugel.
In de tijd van de Djahiliyya – pre-islamitische tijdperk in Arabië – konden vrouwen niet erven. Sterker nog, zijzelf werden een deel van de boedel wanneer hun mannen kwamen te overlijden, zie de Koran 4:19.
Dat de vrouwen in de tijd van de Djahilliya niet konden erven, zou liggen aan het volgende: óf Allah had hen dat recht niet gegeven, óf Allah had hen wel dat recht gegeven, maar de mannen hadden hen dat recht ontnomen, zoals het in deze tijd gebeurt bij een ongeregistreerd nikaah.
Het hierboven genoemde fenomeen vanuit een andere invalshoek bekeken. Mijn stelling omtrent ongeregistreerd nikaah is: een moslimvrouw met een ongeregistreerd nikaah is een hypermoderne (seks)slavin. Een slavin kan niet erven.
Daarom een beleefd doch dringend oproep aan alle imams, mawlana’s, mufti’s, goeroe’s (islamitisch geestelijk leiders) om met spoed een vergadering te beleggen om het hierboven genoemde mas’alah (probleem/vraagstuk) te bespreken en op te lossen.
Ahmad Jhawnie