Ik citeer uit het artikel ‘Carlo Jadnanansing vindt 50 procent terugval onroerendgoedsector nog aan lage kant’ uit Dagblad Suriname.
“Door geen enkele instantie worden cijfers bijgehouden van exacte bewegingen binnen de onroerendgoedsector. Dit is voor oud-notaris Carlo Jadnanansing een gegeven om over te jammeren. Cijfers zouden veel meer helpen om de problemen binnen de vastgoedsector te begrijpen. Zowel voor notarissen als voor handelaren blijkt in de afgelopen jaren de vastgoedsector achteruit te zijn gegaan.
Op het gevoel afgaand en zeker vanuit zijn kantoor, stelt Jadnanansing dat vooral het jaar 2016 wordt beschouwd als een rampjaar voor wat onroerend goed betreft (en dat bij notarissen). “Soms lijkt het erop alsof de kavelverkoop bijna tot nul gereduceerd was. Er zijn wel een paar gewone transacties, maar met een zware terugval. Ik durf te zeggen dat 50 procent nog aan de lage kant is”, als dat als daling door Jadnanansing genoemd mag worden. Wat nu redelijk te zien is aan transacties bij notarissen zijn die van boedels, naamloze vennootschappen en hypotheken.”
In het hierboven genoemde artikel mis ik een heel belangrijk punt.
Veel percelen worden gekocht op naam van een stichting. “Theoretisch hebben we meer dan 65000 bedrijven en 27000 stichtingen in ons land (Suriname).”
Bron: lokale nieuwssite d.d. 4 november 2017
Het komt voor dat bij de verkoop van een perceel dat op naam staat van een stichting, het bestuur van de desbetreffende stichting niet het perceel verkoopt, maar de stichting middels bestuurswisseling. Omdat er geen notaris aan te pas komt, ontwijken partijen via deze schijnconstructie (‘achterpoortje’) het betalen van de overdrachtskosten (‘transportkosten’). Helaas maakt oud-notaris Carlo Jadnanansing geen melding van deze schijnconstructie. Ik neem aan dat de notarissen daarvan kennis dragen.
Een ander ‘achterpoortje’ is het volgende. Buitenlanders mogen geen onroerende goederen kopen. Ze richten stichtingen op die de onroerende goederen kopen. Zodoende worden de wetten en regels van het land omzeild.
Bij deze doe ik een beleefd doch dringend verzoek aan de overheid om zo snel mogelijk de hierboven genoemde ‘achterpoortjes’ dicht te timmeren.
Ik besluit met het volgende citaat uit het artikel ‘Vraagtekens bij vermogen uitvoeren Wet op Jaarrekening’ op een lokale nieuwssite d.d. 16 januari 2018.
“De Surinaamse Juristen Vereniging (SJV) heeft een buitengewoon drukbezochte lezing en paneldiscussie over het aangepaste Wetboek van Koophandel en de Wet op de Jaarrekening gehouden. Er is twijfel maar ook hoop bij de juristen, vatte Serena Essed deze activiteit samen. Hoewel de wetten financiële transparantie afdwingen, het beter functioneren van particuliere en overheidsbedrijven stimuleert, een beter investeringsklimaat helpt vormen en uiteindelijk moet helpen uit de precaire situatie te komen, worden er grote vraagtekens gezet bij het vermogen van het land om de wetten uit te kunnen voeren. […..]
Tijdens de discussie zijn enkele voorbeelden uit de Surinaamse praktijk aangehaald van hoe leidinggevenden en stichtingen wetten en regels omzeilen. Stichtingen, die grove winsten maken met de verkoop van grond zijn vaker als voorbeeld aangehaald. Maar ook zij worden onderworpen aan de ‘nieuwe’ wetten garandeert het panel dat uit financieel juridische toppers en bedrijfsleiders bestaat.”
Ahmad Jhawnie