Ik citeer het slot stukje uit mijn artikel ‘Reactie op artikel ‘Pg tussen twee vuren?’ op Suriname herald d.d. 20 januari 2019, link https://www.srherald.com/ingezonden/2019/01/20/reactie-op-artikel-pg-tussen-twee-vuren/
“Ook een vraag aan de Centrale Bank van Suriname: de jaarverslagen 2015, 2016 en 2017 van de CBvS zijn niet online geplaatst op de website van voornoemde bank. Wat zou de mogelijke redenen kunnen zijn?”
Voor het antwoord op de hierboven gestelde vraag citeer ik in toto het artikel ‘Nieuw managementteam moet zorgen voor publicatie jaarverslagen CBvS’ in Dagblad Suriname van 1 maart 2019.
Het laatste jaarverslag van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) ging over het jaar 2014. De door de Raad van Commissarissen vastgestelde jaarrekening werd op 3 december 2015 voorzien van de controleverklaring van de onafhankelijke accountant. De afsluitdatum van de in het jaarverslag verwerkte macro-economische informatie was 28 augustus 2015. Dit jaarverslag werd op 24 maart 2016 op de website van de bank geplaatst. Toen stond deze onder leiding van waarnemend president Ingeborg Geduld-Nijman. Sinds het jaarverslag van 2014 is er geen enkel jaarverslag door de moederbank gepubliceerd. 2015 was precies het jaar waar de financiële problemen in Suriname voelbaar waren. Dit was ook het jaar waarin de monetaire kraan zodanig open stond, dat de staatskas bijkans kwam op een punt van leegte. De verantwoording van deze actie bleef echter weg.
Dit, terwijl volgens de Bankwet de president binnen zes maanden na afloop van ieder boekjaar een verslag uit moet brengen over de algemene financiële en economische ontwikkeling en over de door de bank gevoerde politiek. In dit verslag moeten de jaarcijfers van de bank worden opgenomen. De wet schrijft ook voor dat de jaarverslagen gepubliceerd moeten worden.
Het nieuwe managementteam zal moeten zorgen voor publicatie van de jaarverslagen van de CBvS, zodat aan de wettelijke verplichting tot verslaglegging en verantwoording over de uitvoering van zijn kerntaken wordt voldaan. Dit zal een inhaalslag behelzen vanaf het boekjaar 2015.
Ahmad Jhawnie