Het is voor elke maatschappij een gebiedende eis dat de productie te allen tijde gestimuleerd dient te worden. Dit voor wat de lokale en internationale markt betreft. Alleen op deze manier kunnen werkgelegenheid en opbouw van een stabiele deviezenreserve gegarandeerd worden. Dit is dan weer nodig om een degelijke dekking te creëren voor de nationale munteenheid en de importen die onontbeerlijk zijn om de nationale economie operationeel te houden. Voor de werkgelegenheid en productie zijn de staatsinstituten de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en de Belastingdienst indirect van eminent belang.
Via de CBvS zullen de commerciële banken hun rentetarieven monitoren om afhankelijk van de staat van de economie het leningengedrag van de particulieren te stimuleren dan wel ontmoedigen. Bij een stimulans zal de rentetarieven van de diverse bankproducten worden verlaagd, waardoor het bedrijfsleven in staat wordt gesteld om meer kredieten op te nemen om te werken aan uitbreidingsinvesteringen en zodoende meer werkgelegenheid voor de burgers te creëren.
Ook de fiscus kan ook een bijdrage leveren om de nationale economie op spoor te houden bij de juiste monitoring van belastingtarieven voor de belastingplichtige en inhoudingsplichtige. Beleidsmatig zal erop toe moeten worden gezien. Naar gelang het sociale en economische beleid van de overheid zullen de tarieven naar boven of beneden worden aangepast om het particuliere bedrijfsleven dan wel de sociale massa tegemoet te komen. Daarbij kan het bedrijfsleven enige incentives krijgen om gedaan te krijgen dat er meer middelen in de bedrijven achterblijven, opdat zij in staat kunnen worden gesteld om te werken aan uitbreidingsinvesteringen om meer arbeidsplaatsen voor de massa te creëren. Aan de andere kant zal dezelfde overheid het ook daarheen leiden dat er tegemoet wordt gekomen aan de sociale onderlaag door die in beperkte mate de kas van de fiscus te laten spekken.
Het is dus zaak dat de centrale overheid zich genoeg rekenschap geeft van het voornoemde en een heroriëntatie pleegt van de rentepolitiek bij de CBvS en de commerciële banken. Ook het belastingregime is dringend aan een grondige evaluatie toe. Met de ontwikkeling die momenteel in Oost- en Midden-Suriname (Newmont en Iamgold) plaatsvinden in de goudsector en de vooruitzichten van de off shore-activiteiten van Staatsolie zit er een mogelijke opleving van de nationale economie op korte termijn. De overheid moet haar huiswerk maken om het geheel op de juiste manier te kunnen monitoren.
Ettire Patra