In de afgelopen maanden heb ik opgemerkt dat veel vreemdelingen zich illegaal vestigen in Suriname. Was het recentelijk nog zo dat Brazilianen (gouddelvers), Chinezen (handel en houtsector) en Haïtianen (landbouw) zich in groten getale te zien waren in de straten van Paramaribo en elders in het land, thans zie en hoor ik Spaanssprekende personen zich openlijk aandienen in de Surinaamse gemeenschap. De laatste groep vreemdelingen is in de meeste gevallen Venezolanen en Cubanen. De primaire vraag die bij mij rijst, is: bestaat er van overheidswege beleid ten aanzien van de laatste golf van buitenlanders, waarvan enkele zeker tot de categorie politieke en economische vluchtelingen gerekend mogen worden?
De berichten vanuit het Rode Kruis Suriname zijn voor wat mij betreft zeer verontrustend. Ik begreep van deze wereldorganisatie dat er wekelijks vijftig en meer vluchtelingen zich aanmelden. Dit zal indien er terzake geen beleid of geadapteerd beleid uitgestippeld en gevoerd wordt, op termijn desastreuze gevolgen kunnen hebben. De criminaliteit zal absoluut in kwantiteit en kwaliteit toenemen. Ook de gezondheid van de bevolking zal verslechteren. Ziekten die door de Surinaamse gezondheidswerkers (artsen, verpleegkundigen, etc.) onder controle zijn gebracht, kunnen weer opduiken vanwege de komst van nieuwe illegale migranten.
De overheid dient spoedig tot actie over te gaan om te voorkomen dat hetgeen ik hierboven heb gesteld met een gedegen plan aan te pakken. De samenwerking met het Rode Kruis dient geïntensiveerd te worden. Ook moet mijns inziens een zichtbare betrokkenheid van het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) en andere preventieve gezondheidsorganisaties verder versterkt worden.
Een ander aspect waarmede absoluut rekening moet worden gehouden, is dat er negatieve invloeden op het vlak van opvoeding en vorming versneld en ongecontroleerd ingang kunnen vinden binnen de Surinaamse gemeenschap. Door de invloed van sociale media zijn al duidelijke kenmerken die bij de jongeren gedragsveranderingen teweegbrengen.
Ik begrijp wel degelijk dat het hierboven gestelde subjectief van aard is. Voor de ene is het de ontwikkeling van het tijdperk, voor de ander is dat decadentie en normvervaging als uitgegaan wordt van de negatieve handelingen die via sociale media worden gepleegd. Dit laatste kan overigens ook toegeschreven worden aan nostalgie van deze laatste groep personen. In elk geval kan de overheid niet met lede ogen blijven aanzien hoe, door ongecontroleerde migrantenstroom, Suriname aan het vervallen is tot een staat die neigt naar een failed state op diverse gebieden.
Bert Eersteling