Verbaasd en vol argwaan las ik eerder dat een politieke partij, de VHP, internationale organisaties aanschreef om geen geld te lenen aan Suriname. De vraag die bij mij rees, was “Waarom”. Waarom zou men dat doen en het land zo internationaal te schande zetten, dat ook nog voor een zaak die niet eens bewezen was.
Nauwelijks kwam ik bij of las ik weer op Starnieuws dat dezelfde politieke partij zich zorgen maakt omtrent “uitstraling van drugshandel in het bankwezen”. Ik vraag me af wat deze partij, de VHP, wil met de financiële sector van het land. Op aangeven van de ex-kolonisator zet deze partij het bankwezen van het land weer te kijk en gooit het imago van de banken te grabbel. Waar is het nationaal gevoel om dit land samen te ontwikkelen? Waar is het gevoel van het Surinamer zijn en Suriname beschermen, samen verdedigen en opbouwen?
Erger is dat er uitlatingen worden gedaan op basis van uitspraken die gedaan zijn door het OM van een ander land. De ex-kolonisator, waarbij ons land uitgemaakt wordt voor een drugsland. Dat land, Nederland, dat zelf internationaal bekend staat als witwasland, het land waarvan tig documentatie aanwezig en bewezen is hoe het zich zichzelf met drugsgeld heeft ontwikkeld, dat land, wordt boven het eigen land gezet.
NEE, ALS Surinamer pik ik dit niet. Nooit kan ik meewerken aan datgene waarvoor deze partij, die zichzelf de orange movement noemt, staat.
Ik stel het zeer op prijs de manier en de wijze waarop de advocaten van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en andere belanghebbenden optreden. Wij zijn een land in ontwikkeling. Het laatste wat wij als land nodig hebben, zijn partijen zoals de VHP, die over lijken kunnen gaan om aan de macht te komen, om dan onderdanig te zijn tegenover de ex-kolonisator.
Met de leuze “God zij met ons” zullen wij ook deze strijd winnen. Aan transparantie ontbreekt het in deze zaak niet, maar dat Nederland politiek met deze zaak bedrijft, is overduidelijk.
Anita Yorks