Dat er zeer waarschijnlijk gestolen of verduisterd is uit de kasreserve, behoeft geen betoog hier. Daarover is er al genoeg geschreven. Desondanks zijn de autoriteiten van regeringszijde opvallend vaag in hun verhaal. Op negen van de tien vragen had Hoefdraad geen antwoord tijdens een openbare vergadering in De Nationale Assemblee (DNA).
In ons eerder geschreven artikel hadden wij gesteld: Het kan toch niet zo zijn dat die arme jongen die één awarra steelt, in de gevangenis belandt, maar iemand die miljoenen euro’s steelt (duizenden miljarden awarra’s) niet in de gevangenis belandt?
In deze hele kwestie wordt naar onzes inziens ex-governor Robert Van Trikt opgeofferd als de enige schuldige, terwijl er meerdere personen bij betrokken zullen moeten zijn. Van Trikt kan deze handelingen nimmer gepleegd hebben zonder medeweten van de regering.
De minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, is de eerste persoon binnen de regering die kennis gedragen zal moeten kunnen hebben van deze vermeende diefstal of verduistering. Waarom?
– Gelet op artikel 6 van de Bankwet zou Hoefdraad zijn goedkeuring moeten hebben gegeven aan de onttrekking aan de kasreserve. Dit artikel luidt: “…. Stortingen in en onttrekkingen aan deze reserves behoeven de goedkeuring van de minister”.
– De regeringscommissaris (namens het Ministerie van Financiën) hoort de weekbalans elke week door te nemen. Die brieft vervolgens alles door aan zijn baas (Hoefdraad).
– Tevens hoort Hoefdraad alle uitgaven van de regering te autoriseren (zijn akkoord geven). Er zal een besluit genomen zijn vanuit regeringszijde dat Chotelal de Amerikaans dollars krijgt. Uit alle uitspraken van president Desi Bouterse viel af te leiden dat de Chotelal-dollar een project was/is van de regering. Minister Hoefdraad moet hebben geweten dat er geen dollars meer zijn om ze toe te kennen aan Chotelal (voor import van basisgoederen en valuta-interventie), maar hij heeft de uitgaven desondanks geaccordeerd. Als minister van Financiën weet hij altijd hoeveel geld in kas zit. Dus hij hoorde het te weten dat die uitgaven uit de kasreserves gehaald (lees: gestolen) zullen worden.
– Van Trikt heeft zelf gezegd dat hij wekelijks overleg heeft met Hoefdraad. Dus Hoefdraad moet geweten hebben waaraan de Centrale Bank van Suriname (CBvS) het geld uitgeeft en waar dat geld vandaan komt. Dit is tevens gebruikelijk, dus Van Trikt heeft niets nieuws gezegd.
– Alle besluiten met betrekking tot uitgaven van de Centrale Bank van Suriname gaan in afschrift naar Hoefdraad.
President Bouterse gaat zeker ook niet vrijuit
– Alle besluiten met betrekking tot uitgaven van de regering en de Centrale Bank van Suriname gaan ook in afschrift naar president Bouterse.
– Zowel president Bouterse als minister Hoefdraad hebben tot nu toe gezwegen over de herkomst van de Chotelal-dollars. Waarom zoveel geheimzinnigheid? Simpelweg, beide heren moeten hebben geweten dat de zaak stinkt.
Over de herkomst van de Chotelal-dollars verwees Van Trikt naar president Bouterse, maar Bouterse zweeg in alle talen. Bouterse prees wel de goedkope Chotelal-dollars op een partijvergadering. Volgens Bouterse is de Chotelal-dollar een project dat geplaatst kan worden in de rij van projecten die de regering initieert met als doel de sociaal zwakkeren te ondersteunen. Uit dit alles valt af te leiden dat de regering op de hoogte is geweest van de herkomst van de Chotelal-dollars en dat de regering deze stiekem verstrekt heeft aan Chotelal. Vicepresident Ashwin Adhin deelde mee dat de kasreserve mede gebruikt pleegt te worden ten behoeve van valuta-interventies (Chotelal-dollars). Aanwijzingen ten overvloede. In DNA heeft Hoefdraad eindelijk toegegeven dat er US$ 30 miljoen verstrekt is aan Chotelal.
De snelheid waarmee Hoefdraad de heer Van Trikt aan de schandpaal genageld heeft doet het vermoeden rijzen dat Hoefdraad met deze actie zijn eigen falen heeft willen verhullen en de aandacht van de vermoedelijk grotere diefstal (US$ 200 miljoen) heeft willen afleiden. Alle aandacht ging in het begin naar die enkele autootjes van Van Trikt, terwijl aan de andere kant US$ 200 miljoen gestolen of verduisterd is met mogelijk medeweten van Hoefdraad en president Bouterse.
Als Hoefdraad en president Bouterse niets geweten hebben van deze vermeende diefstal of verduistering, dan hebben zij hun plichten op grove wijze verzaakt en zijn zij niet berekend voor hun taak. In dat geval hebben zij zich schuldig gemaakt aan grove en opzettelijke nalatigheid in de uitoefening van hun functie. Hoefdraad en president Bouterse zouden zelfs als eerste op de hoogte moeten willen zijn van het reilen en zeilen binnen de kas en de kapitaalmarkt van Suriname. Hoe dan ook, zij zullen moeten hebben kunnen weten dat er gestolen is.
In onze staatsrechtelijke verhoudingen zijn Hoefdraad en Bouterse tevens politiek en hiërarchisch verantwoordelijk voor de CBvS.
Wij kijken ernaar uit dat de procureur-generaal (pg) het parlement vraagt om in ieder geval deze twee heren, namelijk minister Hoefdraad en president Bouterse in staat van beschuldiging te stellen, als opmaat naar een vervolging. Zij hebben als politieke ambtsdrager strafbare feiten gepleegd in de uitoefening van hun ambt. Beide heren kunnen in het kader van de wet vervolgd worden. Er is geen weg terug, de zaak stinkt tot buiten de grenzen van Suriname.
Sunil Sookhlall & Kries Mahabier