De paarse coalitie heeft onder andere in het district Nickerie op de ministeries van Openbare Werken, Transport en Communicatie, Regionale Ontwikkeling, Binnenlandse Zaken, Sociale Zaken en Volkshuisvesting, op het districtscommissariaat en Bureau voor Openbare Gezondheidszorg, meer dan honderden personen als ambtenaren aangenomen. Schriftelijk zijn de personen op verschillende data middels beschikking aangenomen en onduidelijk is gebleven, als ze daadwerkelijk en op welk tijdstip ze ‘op de werkvloer’ überhaupt zijn verschenen.
Doel en middel waren zowel bij ontvanger als verstrekker meer dan bekend. De verstrekker had als gunst, het ontvangen van de stem op 25 mei 2020 van de ontvanger en of diens gehele familie, zodat aanblijven van nog eens vijf jaar in het machtscentrum gewaarborgd is.
De nieuwbakken ambtenaren hebben uitgereikt gekregen een beschikking, waarop valt te lezen: “Op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken; Gelezen de goedkeuring van de raadsadviseur van het Kabinet van de President van de Republiek Suriname … .”
Verder, GELET OP, met verwijzing naar een aantal wettelijke regelingen en resoluties en HEEFT BESLOTEN, te rekenen vanaf ……. .” De beschikking wordt afgesloten met w.g. Noersalim.
Opmerkelijk is dat bij alle andere in de loop der jaren verstrekte beschikkingen aan ambtenaren, ook de naam van de minister waar de ambtenaar uiteindelijk te werk wordt gesteld, medeondertekend en voor afschrift, de directeur van Binnenlandse Zaken zijn handtekening onder de beschikking plaatst.
In de door de paarse coalitie, thans op de valreep verstrekte beschikkingen, is de medeondertekening van de minister achterwege gebleven en niet gemeld en in vele gevallen de functie van onderdirecteur Financieel Beheer Binnenlandse Zaken gemeld, maar de handtekening niet geplaatst.
Een nadere bestudering van de onlangs uitgegeven beschikkingen, ontslaat de ontvanger er niet van om aan zijn onderzoeksplicht te voldoen en vooral na te gaan als de ontvangen beschikking al dan niet een rechtsgeldige is, vooral als het niet getekend mocht zijn.
Zoals de beschikking er nu voor staat, is het de aankomende coalitie-administratie geheel vrij, om verder geen gebruik te moeten willen maken van de diensten van de ‘pseudo’ ambtenaren, ook al zijn sommigen intussen uitbetaald voor al dan niet daadwerkelijk verrichte arbeid en waarbij ingeroepen kan worden onder II gemeld besluit van de ‘beschikking’, namelijk: “Aan te tekenen, dat de toekenning van één en ander geschiedt onder voorbehoud van herziening en/of verrekening bij onjuist gebleken vaststelling”.
Als ultimum remedium, zullen de personen die zich niet kunnen terugvinden in het genomen besluit en zoals dat in een democratische rechtsstaat betaamt, de rechter om een oordeel hiervan kunnen vragen als de overheid geen onrechtmatige overheidsdaad jegens hen hebben gepleegd. Voor de ontvanger geldt nog steeds, bezint eer gij bemint!
Mr. Ramesh Arun V-A. Malahe
rameshmalahe@yahoo.com