Dankzij de evolutie is het zo dat kinderen van leeuwen, kinderen van vogels, kinderen van honden en ga zo maar door vanaf hun geboorte telkens weer leren om zich te handhaven in de wereld. De kinderen van adelaars en andere vogels hoog in de bergen moeten bewijzen dat zij zich kunnen handhaven in de wereld. Ze moeten vanuit hun nest kunnen vliegen.
Kunnen ze dat niet dan vallen ze te pletter dood. Dat geldt ook voor de vogels die hun nesten maken onder mijn huis of in de bomen. Mensenkinderen echter gaan naar school zodat zij niet telkens weer vanaf het absolute nulpunt hoeven te beginnen. Het bovenstaande geldt voor alle mensenkinderen in de beschaafde wereld. Behalve voor politici in de derde wereld, die leren het nooit.
Die zijn constant bezig het wiel opnieuw uit te vinden. In Suriname is de huidige regering reeds vergevorderd en belandt in de fase van het vierkante wiel. Nog even en ze zijn bij de zeskant, de achtkant et cetera maar het echte ronde wiel dat halen ze nooit.
Wie realistisch is en kijkt naar de rangorde van landen op de Human Development Index, die zal ontdekken dat significant een aantal landen, dat zijn de westerse blanke landen tezamen met de Oost-Aziatische landen, significant superieure ontwikkeling doormaken. Dat is niet altijd zo geweest, en hoe dat zo gekomen is, is nog steeds het onderwerp van het ontwikkelingsdebat.
Er bestaan echt superieure naties geleid door superieure mensen, met een superieure opleiding, met een superieure beschaving, met een superieure economie, met een superieure ontwikkeling et cetera. Als zij hun grenzen opengooien dan stroomt de gehele derde wereld ernaartoe, hun kiekeboe-leiders achterlatend.
Leiderschap is cruciaal voor het realiseren van de welvaart en vooruitgang. De tsaar Peter de Grote van Rusland was cruciaal voor de ontwikkeling van Rusland, evenals keizer Meiji in Japan die op 1 juli 1863 het startsein gaf voor de modernisering van het onderwijs in Japan.
De grondwet en het kiesstelsel zijn de fundamenten van een maatschappij die bepalen hoe leiders gerekruteerd worden, of wij betere leiders krijgen of slechtere. Dus wanneer meneer Ronnie Brunswijk duidelijk maakt dat hij niet gediend is van kritiek, dan vind ik dat de pers en velen in de samenleving behoorlijk hypocriet zijn wanneer zij hem op dit punt aanvallen.
Immers, er was ook een president die een discussie in Hotel Torarica over een aanpassingsprogramma gestopt heeft en die niet gediend was van commentaar dan wel van kritische artikelen. Je oogst wat je gezaaid hebt. Als het kiesstelsel analfabeten en onderontwikkelde mensen, primitieve mensen, meer politieke macht geeft dan aan ontwikkelde mensen, dan vraag je erom. Wat gaan de journalisten en de critici doen als straks de halve assemblee en de regering bestaan uit mensen van het niveau van meneer Brunswijk? Hebben zij ooit sinds 1987 het racistische en discriminerende kiesstelsel en het waardeloze regeersysteem bekritiseert.
De regering is met kiekeboe economisch management bezig. Ze heeft uitgedokterd hoe het komt dat de wisselkoers blijft stijgen. En het frappeert mij dat geen enkele econoom althans mensen die zeggen dat ze economie gestudeerd hebben hierop gereageerd heeft. In de eerste plaats is de president bezig wetgeving terug te draaien aan de totstandkoming waarvan hij zelf in Nieuw Front-verband bijgedragen heeft.
De koers van de Amerikaanse dollar zou stijgen omdat wij geen euro’s kunnen sturen naar Nederland. Hoe de causale relatie tussen die twee zit is mij nog niet geheel duidelijk. Er is immers een euro-geldmarkt en er is ook een dollar-geldmarkt zowel in Suriname als in het buitenland. Als men weet dat in Suriname overwegend in dollars gehandeld wordt, dan wie is zo stom om euro’s naar Suriname te sturen? Dat kun je toch beter in Nederland zelf de euro’s omwisselen in dollars en die sturen naar Suriname? Probleem opgelost. Tenzij je natuurlijk over hoeveelheden beschikt die je niet kunt verklaren.
Immers, alle transacties van een bepaalde grootte worden tegenwoordig onder een vergrootglas geplaatst. Dat de informele sector de Surinaamse economie staande houdt en voorkomen heeft dat de wisselkoers niet één op de 1.000 of meer is, dat is een feit welke elke koe van zondag wel weet.
En dat de exporteurs hun dollars buiten Suriname houden heeft alles te maken met het lage vertrouwen dat men heeft in beleid en politiek in Suriname. Suriname het land met per hoofd van de bevolking het grootste ambtenarenkorps, een land dat getypeerd wordt als een bodemloze put. Politici stelen ongestoord en ongestraft.
Nu moeten exporteurs, althans dat is de bedoeling, hun deviezen storten bij de Centrale Bank van Suriname zoals dat het geval was voor zeg maar 2005. Die maatregel geldt natuurlijk niet voor de grootste exporteurs, de blanke bedrijven in de goudsector. Immers, die hebben onze politieke top allang omgekocht. Neen, de arme jongens gaan het slachtoffer worden.
Suriname als witwasmachine kan alleen als witwasmachine functioneren als binnenkomend geld weer naar het buitenland kan stromen. De mensen die deze middelen binnenbrengen weten echt wel hoe die weer terug te brengen naar het buitenland.
De voorgestelde maatregelen gaan werken, dus slaan als een tang op een varken. Zolang meer dan 70 procent van de importen betaald wordt door de informele sector zal elke maatregel ter regulering van de vreemde geldmarkt in Suriname gedoemd zijn te mislukken. Hoofdschuldige is het beleid wat gevoerd is geworden sinds 1975 in zijn algemeenheid, meer in het bijzonder sinds 1997 waarbij alle pogingen om de exportsector te stimuleren finaal gesaboteerd zijn door de politici van het creools nationalisme gesteund door de VHP.
De VHP heeft zich nooit sterk gemaakt voor productie, helemaal niet voor de exportproductie, niet voor industriële ontwikkeling, dus niet voor vooruitgang. Men heeft nooit een project, een sector, ontwikkeld. Ze zoeken alleen posities, het zijn aircokamerdeskundigen, die nooit een polder ontworpen hebben, nooit een polder gebouwd hebben, nooit een fabriek gebouwd hebben, nooit een project opgezet hebben, nooit een projectdossier gemaakt hebben, zo kan ik doorgaan. Men heeft geen enkele ervaring met het management van ontwikkeling.
Heeft men de capaciteit om deviezen te verdienen niet gestimuleerd en integendeel vaak genoeg gesaboteerd, de massale Chinese invasie gesponsord door Ronald Venetiaan en Chan Santokhi en later door de NDP, maakt elke poging tot stabilisatie van de wisselkoers illusoir.
Sinds de invasie zijn het aantal inschrijvingen voornamelijk van Chinese bedrijven bij de Kamer van Koophandel meer dan 15-voudig toegenomen. Binnen een omtrek van 300 meter van mijn huis zijn er nu meer dan zes Chinese winkels. Het beeld is elders eender. We consumeren bij een haast gelijkblijvend inwonertal niet tienmaal meer en ook niet vijftienmaal meer. Maar al die Chinese winkels en magazijnen moeten gevuld worden en dat gebeurt met kostbare deviezen die beter aangewend hadden kunnen worden voor investeringen in exportproductie.
In de economie zijn er twee sluizen, geldsluizen welteverstaan. Dat zijn de banken en de detailhandel. In Suriname besteedt circa 90 procent van de bevolking haast 90 procent van het netto besteedbaar inkomen in de Chinese winkels. Deze zetten hun winsten om in dollars en sturen de dollars naar hun moederland. Dus de koers gaat blijven stijgen, schreef ik tijdens de Chinese invasie, zo een twintig jaar geleden en het is waarheid geworden. Ze hebben daarvoor twee speciale Chinese banken met toestemming van meneer Venetiaan, maar er mocht in diezelfde tijd geen Indiase bank een vestiging in Suriname hebben.
Langer dan 40 jaar, tot het jaar 2000, hebben wij in dit land het moeten doen met importen in de ordegrootte van circa 400- 500 miljoen Amerikaanse dollars. Nu bedragen de importen circa 1,8 miljard Amerikaanse dollar. Is onze koopkracht enorm gestegen? Volgens de consumentenprijsindex is die juist behoorlijk gedaald. Dat krijg je met kiekeboe-politiek.
Richard B. Kalloe