De teloorgang in het onderwijs is te danken aan een stelletje doemdenkers die een nogal fatalistische visie hebben over de toekomst van onze kinderen. Ik en velen in de samenleving zijn de mening toegedaan dat deze zwartkijkers met betrekking tot het onderwijs net zoveel verstand hebben als de grootte van een postzegel anders hadden zij nooit zulke maatregelen getroffen. Middels dit schrijven roep ik alle onderwijskundigen in het land op, om luidkeels hun ongenoegen te uiten zodat het roer kan worden omgegooid. Het gesol met de toekomst van onze kinderen moet een halt worden toegeroepen.
De sociale trend in Suriname neigt in het algemeen naar een steeds grotere autonomie van het individu. De competitiedrang neemt hardere vormen aan, hetgeen we op de universiteit, scholen en op de werkvloer steeds duidelijker merken, en solidariteit verdwijnt. De afzondering groeit ten koste van de genadeloze manier waarop mensen zichzelf presenteren, zichzelf manifesteren in een tijd waarin de economische, de COVID-pandemie en de sociale druk waaronder we leven juist vraagt om meer samenwerking en zorgzaamheid.
Tegelijkertijd met deze sfeer van beginnende malaise zien we tekenen van een groeiend emotioneel onbehagen, met name bij kinderen. We zullen een balans moeten vinden tussen rationaliteit en compassie. Het alternatief is een verarmd intellect dat niet betrouwbaar genoeg is om in deze tijd van complexe veranderingen als leidraad te fungeren. Hoofd en hart hebben elkaar nodig.
Als we op een meer systematische manier aandacht besteden aan onze kinderen, het vergroten van het zelfbewustzijn, het effectiever reguleren van onze gevoelens van ontreddering, het vasthouden aan optimisme en doorzettingsvermogen als het tegenzit, het vergroten van het vermogen tot empathie, zorgzaamheid, samenwerking en sociale aansluiting – dan zou de toekomst voor onze kinderen er wel eens een stuk zonniger uit kunnen zien. Willen we de resultaten in het onderwijs verbeteren, dan zullen we een nieuwe visie als leidraad moeten gebruiken in plaats het tot een gedrocht te maken door te stellen dat leerlingen niet meer mogen blijven zitten. Wat we nodig hebben is een onontkoombare visie op de werkelijkheid. Een verzoening van wetenschap en de menselijke geest, die leidt naar een hoopvolle toekomst voor het onderwijs.
Ons onderwijs is in het verleden ongetwijfeld van grote betekenis geweest voor de maatschappelijke vorming van alle Surinamers. Vandaag de dag is ons onderwijs verscheurd door crisis en heeft naast geldgebrek te kampen met een stelletje doemdenkers die hoofdelijk aansprakelijk is voor de ineenstorting van ons onderwijs. Ons land heeft vele jaren in de regio een leidende rol gehad op onderwijsgebied en is deze thans kwijtgeraakt.
Bekende instituten zoals de Unesco hebben daar gewag van gemaakt. Een onthutsende constatering die funeste gevolgen kan hebben en reeds heeft voor de ontwikkeling van ons land. Maar er zijn nog een aantal redenen te noemen waarom het onderwijs minder tot slecht functioneert, namelijk het gebrek aan bekwame managers en de fascinatie die er niet meer bestaat voor het onderwijs. Het in kaart brengen van het onderwijsbeleid is niet uitsluitend een intellectuele taak, maar zal ingrijpende veranderingen met zich meebrengen.
Een belangrijk aspect in de noodzakelijke herziening van het onderwijsbeleid is de herdefiniëring van het begrip goed onderwijs. Elke realistische bespreking van de onderwijscrisis moet beginnen vanuit een breder perspectief. Men moet de oorzaken van het huidige tekort aan financiële middelen in het onderwijs in de beschouwing betrekken, en ook hoe die in verband staan met de andere problemen die tegenwoordig in een kritiek stadium zijn gekomen. Wat we nodig hebben om de onderwijscrisis te overwinnen is niet alleen geld, maar bekwame managers en een werkbare structuur. Als we eenmaal deze elementaire feiten inzien, zal de crisis worden bedwongen. Een team bestaande uit onderwijsdeskundigen zal een grondige evaluatie moeten maken van de knelpunten het onderwijs rakende.
Een essentiële voorwaarde voor economische groei is een goed opgeleide beroepsbevolking. Onderwijs is cruciaal voor de individuele ontplooiing van mensen, maar ook voor sociale cohesie in de samenleving. Een pluriforme en moderne samenleving kan niet zonder goed en toegankelijk onderwijs, dat dient de leerling te begeleiden bij een volwaardige democratische deelname aan die samenleving. Prioriteiten daarbij zijn het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en het creëren van gelijke kansen.
Er moet meer samenhang komen tussen het onderwijs, en de betrokkenheid van ouders, regering en instellingen. Om de noodzakelijke kwaliteitsverbetering te realiseren, moet er fors geïnvesteerd worden in het primair en secundair onderwijs, gericht op differentiatie van de klassengrootte, meer ruimte voor individuele begeleiding, verkleining van de lestaak in het secundair onderwijs, moderne lesmethoden, versterking van onderwijzend personeel, management en bestuur.
De instelling van het directoraat Wetenschap (het wetenschappelijk en hoger onderwijs) is noodzakelijk omdat er moet worden gestreefd naar meer samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en de regering om een groter rendement uit het onderwijs te halen. Er moet in het onderwijs een grotere wisselwerking met het bedrijfsleven worden gezocht om theorie en praktijk zo nauw mogelijk op elkaar te doen aansluiten. Als voorbeeld voor deze stelling kan Staatsolie dienen.
Tot slot
Wat ik aan deze doemdenkers wil meegegeven is het volgende: Het is de grootste onzin om te stellen dat het begrip “blijven zitten” moet worden geschrapt uit de Surinaamse didactiek en didaxologie. Hiermee demonstreren zij zowel hun feitelijke als academische onnozelheid ten aanzien van het onderwijs.
S.G. Zaalman
Organisatie en Management Deskundige