Trump is dus niet de enige die heel slecht kan (kon) omgaan met tegenspraak. Toen minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid, kennelijk in een boze bui, drie burgers vanwege hun afwijkende stellingname in de strijd tegen COVID-19 vogelvrij verklaarde, konden wij op onze klompen aanvoelen dat hij zich op drijfzand begaf. Bishop Steve Meye, voedseltechnoloog Ricky Stutgard en natuurgenezer Richard Cullimore werden door de minister beschuldigd van het “verspreiden van misinformatie, misleiding van de gemeenschap en het vertellen van leugens over het COVID- vaccin”, waarbij hij met artikel 7 lid 3 van de ‘Wet uitvoering burgerlijke uitzonderingstoestand’ schermde.
Intussen is door minstens twee gezaghebbende juristen betoogd dat op formele, maar ook materiële gronden het recht van vrije meningsuiting dat hier in het geding is, niet zonder meer op basis van deze wet kan worden beperkt. De artikelen 4 en 19 van het 19 BUPO-verdrag waar Suriname is aangesloten geven bovendien duidelijk aan op welke wijze beperking kan plaatsvinden.
Zoals het altijd toegaat in noodsituaties en zeker bij deze coronapandemie komen eeuwenlang verworven grondrechten zoals het recht van vrije meningsuiting (artikel 19 GW), het recht op fysieke, psychische en morele integriteit (artikel 9 GW), anti-discriminatie (artikel 8 lid 2), het recht op vreedzame vereniging en vergadering (artikel 20 GW) en de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (artikel 18 GW) gevaarlijk op de helling en worden beperkt. Discussies en acties over de grenzen van deze vrijheden in relatie tot de plicht van de overheid de algemene gezondheidszorg in het land te garanderen, met name het bevorderen van de COVID-19-vaccinatie, blijven ook niet uit.
Wie nu aandacht vraagt voor grondrechten en de toestand van onze democratische rechtsstaat
krijgt al snel de terechte vraag: “Maar vind je de volksgezondheid en de bescherming van mensenlevens dan niet het belangrijkste wat er is?” Natuurlijk vinden we dat allemaal heel belangrijk. Maar wie nu eventjes goed nadenkt zal ook begrijpen dat er naast de gezondheid ook nog andere belangen wegen, ook voor de patiënt. En daar het gaat het nu om!
Waakzaam blijven voor onze grondrechten is geen overbodige luxe. Ze zijn juist vastgelegd in onze grondwet voor moeilijke situaties. Onze grondrechten zijn niet alleen bedoeld als het mooi weer is, maar ook als het stormt en zelfs wanneer we onder water zitten. Ze moeten niet gezien worden als een lastige sta-in-de-weg voor de regering om noodzakelijke maatregelen te treffen, maar als harde garantiebepalingen waar de burgers zich op kunnen beroepen als de regering buiten haar boekje gaat. Tegelijkertijd moeten wij als burgers beseffen dat we een eigen verantwoordelijkheid hebben om verstandig met onze vrijheden om te gaan.
Ik twijfel niet niet aan de goede intenties van de regering en anderen bij het nemen van maatregelen tegen het coronavirus en het bieden van zorg aan mensen met COVID-19. Integendeel heb ik veel waardering voor de soms doortastende wijze waarop wordt opgetreden en hoop dat de regering vaker luistert naar deskundigen in plaats van haar onderbuik. Handel maximaal op basis van de beginselen van de rechtsstaat bij het nemen van maatregelen en wanneer de nood om afwijking vraagt, is proportionaliteit streng vereist. Het middel mag immers niet erger zijn dan de kwaal!
Als dus mensen actie voeren en zeggen: “je moet niet gaan vaccineren”, dan valt dat onder het beginsel van vrijheid van meningsuiting. Dit is het nemen van een standpunt in het maatschappelijk debat en hier zijn de grenzen heel ruim. “Antivaxxers” mogen in principe hun boodschap verkondigen en mensen proberen te overtuigen als de Jehova’s Getuigen dat doen of politieke partijen tijdens de verkiezingscampagne.
Maar anderzijds wanneer er bijvoorbeeld overduidelijke onjuiste informatie over het Pfizer- vaccin wordt verkondigd, dan kan Pfizer dus zelf een klacht indienen wegens smaad of laster zoals ons Wetboek van strafrecht ook de mogelijkheid biedt. Tegen het snel oprukkend fenomeen van ‘fake news of desinformatie’ (onjuiste of misleidende informatie creëren of verspreiden met het doel opzettelijk schade toe te brengen aan de publieke zaak) werd in 2019 door voormalig minister van Justitie en Politie, Stuart Getrouw, een wetswijziging tot strafbaarstelling hiervan voorgesteld aan het parlement, die het overwegen nog waard is.
Een open, eerlijk en volwassen dialoog aangaan met ‘antivaxxers’, andersdenkenden en
(corona-) beleidscritici en vooral begripvol luisteren naar hun standpunt is veel zinvoller en productiever dan de communicatie gewoon doodgooien (of vervolgen). Want ook zij willen het beste voor hun kinderen en op hun manier willen zij de veiligheid vergroten. Misschien worden ze niet overtuigd door argumenten, maar de minister voorkomt dan zo escalatie en kan zoeken naar uitkomsten die voor alle partijen aanvaardbaar zijn.
Mr. Raymond S. Sapoen