COVID-19 heeft de wereld in een wurggreep. Letterlijk smachten zieken naar adem en afhankelijk van het immuunsysteem van het individu is een pijnlijke en eenzame dood niet uitgesloten. Economieën over de gehele wereld storten in elkaar. Burgers maken zich schuldig aan burgerlijke ongehoorzaamheid op grond van COVID-maatregelen. Overheden beschermen hun burgers en sluiten de grenzen van hun land, als gevolg waarvan reizen, zoals wij dat gewoon waren, voorlopig niet meer mogelijk is. Kortom de wereld staat op zijn kop.
De mensheid moet onderkennen dat dit verschijnsel binnen een betrekkelijk korte periode van circa anderhalf jaar niet onder controle is te krijgen en zowel op het collectief als op het individu grote impact heeft. Alle andere ziekten die wij mensen kennen, zoals hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, diabetes mellitus worden in het kader van COVID door de medici benoemd tot ‘onderliggende’ ziekten. Deze onderliggende ziekten zijn van grote invloed op het herstel van de patiënt.
Soms lijken ziekten wel een ‘rage’ (hype). In het recente verleden hebben wij de ziekten zoals influenza, dengue, chikungunya, H1N1, de gekkekoeienziekten die ook tot epidemieën en pandemieën kunnen leiden zijn zoals wij het zeggen niet meer ‘popi’. Alles wat de klok slaat is COVID-19. Sociaal heeft dit fenomeen ook het gedrag van de mens als individu veranderd. Wij zijn thans genoodzaakt ons te houden aan de ‘MoHanA-maatregelen’, waarbij vooral het verbod op ‘social distance’ (onderlinge afstand) het natuurlijk gevoel van toenadering en de behoefte om bij elkaar te zijn ernstig heeft verstoord.
Vleierij, knuffelen, troosten, paaien, vertroetelen en mekaar eenvoudig vasthouden zijn plotseling uit den boze. Een gebaar van fysieke empathie zoals een ‘brasa’ kan jou vandaag de dag het leven kosten. Opa’s en oma’s kunnen hun kleinkinderen van wie ze zielsveel houden niet meer op de schoot nemen of omarmen. Geliefden (verliefden) kunnen niet meer in elkaars buiken zitten en intimiteit, zoals fluisteren behoort jammer genoeg tot het verleden. Recreatie van de gemeenschap wordt beperkt, samenkomsten worden verboden, gebedshuizen worden gesloten en mensen mogen niet meer feesten. Het leven tussen de mensen wordt gedwongen afstandelijk gemaakt en aan banden gelegd. Zo plotseling. En het doet pijn. Dit accepteren wij niet.
De total lockdown en avondklok worden door het volk ervaren als impopulaire maatregelen van de overheid. Het is dan ook logisch, dat psychisch, innerlijk, wij ons niet kunnen verenigen met deze drastisch veranderde situatie. De gedwongen sociale beperkingen en maatschappelijke veranderingen hebben voor ons te snel plaatsgevonden en die leiden tot verdriet, depressie, agressie, machteloosheid, maar bovenal innerlijk verzet. Mensen behoren tot de groep van sociale wezens. Wij voelen ons veilig als we bijeen zijn en krijgen het gevoel van vertrouwen, rust en zelfverzekerdheid op grond van het samenzijn.
Als gevolg van COVID-19 raken wij gedwongen in isolement, wat met zich meebrengt, paniek, angst en het gevoel van eenzaamheid. Ons onderling gedrag wordt voorkomend en zelf beschermend in de drang het vege lijf te behoeden van besmetting. “Ga niet te dichtbij oma, want je kan haar besmetten.”
Begrafenissen zijn vandaag de dag, zo onpersoonlijk geworden, omdat fysieke troost er altijd bij gehoord heeft. Hoe zakelijk en afstandelijk is het leven vandaag de dag niet geworden. En als al deze zaken die ons zo hinderen gaan behoren tot ‘het nieuwe normaal’, dan is de vraag ‘hoe gaan wij als individu of als collectief hiermee om’. De toekomst ziet er in elk geval somber uit en met veel angst hopen wij dat deze golf zo snel als mogelijk achter de rug is met het risico van een volgende. Hoe zullen wij een volgende golf verwerken? Wie komt bij de volgende golf aan de beurt? Al deze onzekerheden maken ons paranoia. De kwaliteit van het leven is zwaar beschadigd. En met z’n allen, vriend en vijand, lijden wij onder deze situatie.
Het is dan ook logisch dat velen van ons zich willen verzetten hiertegen. Ondanks alle feiten over en rond COVID-19 willen zij de realiteit niet accepteren. ‘Dit kan niet!’, ‘Het is niet waar!’, ‘Wij worden gemanipuleerd en belazerd met het virus’. Er ontwikkelen zich allerlei samenzweringstheorieën, die voornamelijk op social media onderbouwd en gemotiveerd worden, wat nu al heeft geleid tot verdeeldheid, apartheid, discriminatie, vijandigheid en rivaliteit onder het volk. Alle discrepantie tussen de mensen, maakt het probleem alleen maar groter en onze gemeenschappelijke vijand, een onzichtbaar klein virus, alleen maar machtiger.
Om dit virus te kunnen bestrijden en of onder controle te krijgen is eensgezindheid de randvoorwaarde en de sterkste kracht. Als alle neuzen in een richting zijn hebben wij grote kans het virus in de kiem te smoren en het voortbestaan van de mensheid te waarborgen. Wij mogen het feit dat in de wetmatigheid van de evolutie het COVID-19-virus zich blijft muteren niet negeren. Dit heeft tot gevolg vaststelling van nieuwe en schadelijkere varianten. Verwarring ontstaat van al de verschillende vaccins, die binnen schrikbarende tijdbestek ontwikkeld zijn.
Op dit moment is het van secundair belang schuldvragen op te werpen met betrekking tot het ontstaan van dit virus doch van primair belang hoe wij hieraan gezamenlijk een stop brengen. De groep van ‘non-believers’ en ‘deniers’ moet op basis van goede transparante voorlichting, voldoende betrokken worden in het integratieproces, waarbij op een spontane en liefdevolle wijze betrokkene overtuigd worden over de voordelen van het vaccin.
Zij die COVID-19 erkennen en het vaccin als enige strohalm zien tot herstel van de maatschappij, moeten de onwillige niet discrimineren, stigmatiseren of criminaliseren. Deze groep zal hopelijk tijdig tot inkeer komen, zodat de maatschappij de kans krijgt zich te herstellen van alle impact.
Laten wij lankmoedig met wederzijds respect het begrip opbrengen voor elkaars standpunten en hopen dat het ons lukt, gezamenlijk COVID-19 te ‘counteren’. Wij, ‘deze generatie’, zijn het aan, de volgende generatie verplicht.
Een gevaccineerde ‘COVID-survivor’
O. Terborg