De vraag of een reeds aangenomen wet kan worden ingetrokken, is volgens de literatuur niet mogelijk. Wetten die worden aangenomen in het parlement hebben een legitieme grondslag. Het parlement heeft bevoegdheden die ontleend worden aan de algemene-, vrije- en geheime verkiezingen. De leden Asiskumar Gajadien en Ivanildo Plein hebben een initiatiefvoorstel ingediend in het parlement, om de wijziging van de Amnestiewet in 2012 in te trekken.
In de memorie van toelichting van dit initiatiefvoorstel, is aan De Nationale Assemblée (DNA) voorgesteld, om op grond van een beslissing genomen door het Constitutioneel Hof (CH), de wijziging in te trekken. Dit voorstel heeft naar mijn perceptie een karakter van een paskwil.
Ik voer u terug naar S.B. 2019 no. 118 zijnde Wet Instelling Constitutioneel Hof. In hoofdstuk 3 handelende over de beslissingen en rechtsgevolgen van het Hof en wel in artikel 30 van dit hoofdstuk, zegt de wetgever het volgende; ‘’betreft een beslissing waarbij een wet of gedeelten daarvan strijdig met de grondwet of een volkenrechtelijke overeenkomst is geoordeeld, dan wordt afschrift daarvan eveneens aan de voorzitter van De Nationale Assemblée toegezonden.’
Het initiatiefvoorstel is kennelijk op grond van dit artikel gebaseerd en precies daar hebben de initiatiefnemers een fout begaan. DNA is een autonoom orgaan, dat de soevereine wil van het volk tot uiting brengt. Dit betekent dat DNA altijd bevoegd is wetten te maken, indachtig de taakomschrijving zoals voorgeschreven in de grondwet. Echter kan bij dit proces namelijk de vrijheid om wetten te maken, door de grondwet dwingend voorgeschreven worden hoe deze wetten tot stand moeten komen.
In artikel 144 van de Grondwet en wel in lid 4 wordt het volgende gesteld; “nadere regels met betrekking tot de samenstelling, de inrichting en de werkwijze, alsmede de rechtsgevolgen van beslissingen van het Constitutioneel Hof, worden bij wet vastgesteld”.
De wetgever heeft in lid 4 van de constitutie nadrukkelijk een organieke wet bedoeld om nadere regels vast te stellen voor de rechtsgevolgen. De initiatiefnemers willen een rechtsgevolg verbinden aan de beslissingen van het CH, zonder dat die in de constitutie bedoelde organieke wet is geslagen. Indien de constitutie zulks nadrukkelijk heeft vastgelegd, mogen wetgevers zonder het bestaan van die organieke wet, niet overgaan tot wijziging van die wet waarover het CH zich heeft uitgesproken.
In zijn algemeenheid heeft DNA de bevoegdheid elke wet te wijzigen, tenzij de wetgever zelf voor die wijziging voorwaarden heeft gesteld. Een van die voorwaarden is de in de constitutie bedoelde organieke wet, die het parlement niet heeft geslagen. Zolang deze wet er niet is, mocht dit initiatiefvoorstel dat op basis van de beslissing van het CH tot stand is gekomen, niet worden behandeld.
Conform het bepaalde in artikel 144 lid 4 van de grondwet heb ik als lid van de commissie van rapporteurs gevraagd de verdere behandeling van dit initiatiefvoorstel te stuiten, totdat die organieke wet is geslagen waarin de rechtsgevolgen van uitspraken gedaan door het CH zijn vastgelegd.
Overigens is het ons allen bekend dat in 2016 de Krijgsraad heeft bepaald dat de Amnestiewet van 2012 niet van toepassing is op het 8 decemberstrafproces. Met de beslissing van het CH om de Amnestiewet van 2012 onverbindend te verklaren, is er dus geen enkele noodzaak om deze wet in te trekken zoals de initiatiefnemers menen.
Met de aanname van de intrekkingswet is niet slechts de rechtszekerheid in gevaar gebracht, maar zijn deuren geopend voor elke toevallige regering c.q. toevallige coalitie in het parlement, om steeds eerder gemaakte wetten op basis van partij politieke inzichten en belangen in te trekken of te wijzigen. Deze ontwikkeling riekt naar politieke rancune ten einde een politieke belofte gedaan tijdens de verkiezingscampagne in te willigen.
Mr. Ebu Jones
Lid van De Nationale Assemblee