Zorgelijk en beschamend om te zien en te horen, hoe grote delen van de jeugd, voornamelijk behorende tot een etnische doelgroep, in de binnenstad heeft gerebelleerd. Vernielingen, vandalisme en onnodig geweld hebben zij op hun spoor achtergelaten. De groep was opmerkelijk groot en zal vermoedelijk in de toekomst expanderen. Ook is het verwachtbaar dat er meerdere van deze onsmakelijke calamiteiten zich zullen voordoen.
Reden genoeg om zich als fatsoenlijke en voorbeeldige burgers zorgen te maken over deze ontwikkeling. Wat is er aan de hand? Hoe kon dit gebeuren? Gesteld wordt “de jeugd is de toekomst van morgen”. Als wij dit nu meemaken met onze jeugd, dan ziet de toekomst er somber en zorgelijk uit.
De reacties uit de gemeenschap (social media en andere reacties) zijn ook niet uitgebleven. Heel sentimenteel en emotioneel waren de boze reacties, met onterechte generalisering en racistisch getint (zie Facebook). Ook ik maak mij zorgen over dit groeiende fenomeen met daaraan gekoppeld, de geweldsspiraal, welke wij in dit vredelievend land niet gekend hebben. Echter doe ik een beroep op eenieder om de fout niet te begaan om slechts te kijken naar het moment. Het zou verstandiger zijn te focussen op het ontstaan van dit probleem. Wat heeft ertoe geleid dat zo een grote groep jeugden in massaverband spontaan rebelleert en dusdanig in opstand is gekomen?
Mijn waarheid is dat wij met z’n allen hieraan schuld hebben. Wat de gemeenschap heeft gezaaid zal de gemeenschap oogsten. Ook wij die tot deze generatie ouderen behoren waren ooit kinderen met een natuurlijke jeugdige behoefte. Wij hadden toen dezelfde jeugdige angsten en onstuimige onverantwoordelijke gedragingen, maar onze ouders hebben zich over ons ontfermd en beschermd.
De tijdgeest van toen met een strakke sociale controle alsook de prijkende waarden en normen hebben ons in het gareel weten te houden. Het respect voor de juf, de buurman, de politie en ouderen gezag, was de dominante gouden regel. Ook toen was de economische situatie in het land niet denderend, maar de toekomst van morgen werd door een verantwoordelijke gemeenschap veiliggesteld in de opvoeding en vorming van haar jeugd.
Wat is er in de loop der jaren misgegaan op dit vlak?
Op elk gebied zitten wij ouderen onfatsoenlijk met elkaar overhoop. De jeugd kijkt naar ons. Materialisme viert hoogtij, wij discrimineren op elk gebied, gooien normen en waarden overboord, broodgeld wordt gebruikt om ‘Suribet’ te kopen. De jeugd kijkt naar ons. Wij zijn het negatieve voorbeeld voor hen geweest.
Laten wij de fout niet maken om af te geven op onze jeugd en hen als op hol geslagen pingo’s en apen te betitelen. Wij moeten hun ook niet met de harde hand aanpakken, want dat zal averechts werken.
Niet alle kinderen hebben het voorrecht te komen uit een gezin, waar zij op tennis en zwemles gebracht worden door de chauffeur. Niet alle ouders hebben de ruimte voldoende aandacht te besteden aan de opvoeding en vorming van hun kroost. Veel ouders zitten de eindjes aan elkaar te knopen met twee en drie onderbetaalde baantjes, waardoor het gezin verwaarloosd wordt. Veel kinderen leven letterlijk op en van de straat. De situatie wordt alleen maar erger en zo hypocriet en opportunistisch als wij zijn, kijken wij slechts naar het feit van het gevolg en niet naar het feit van de oorzaak. Ook onze kinderen zouden dit wangedrag vertonen als wij ons niet over hen hadden ontfermd.
Waar zijn al de sociaal-maatschappelijke organisaties die zich hiermee bezighouden?
Waar zijn al de religieuze organisaties?
Waar zijn al onze sociologen en andere ‘sabi-mang’s’?
Wat is het beleid op dit gebied?
Regering, leer uit de fouten uit het verleden. “Geen brood, geen school” van de jeugd heeft geleid tot de val van het bevoegd gezag. Pak daarom dit probleem zo snel als mogelijk structureel aan. Dit probleem is echter niet alleen voor de overheid om op te lossen. De jeugdproblematiek, waar jeugdrebellie onder valt vormt een gemeenschappelijke dreiging, welke integraal dient te worden aangepakt. Er is veel werk aan de winkel voor de politie op het gebied van buurtmanagement, waarbij samenwerking met alle ketenpartners noodzakelijk is.
Op het gebied van de COVID-19-bestrijding wordt deze doelgroep gezien als de ‘super-spreaders’ en misschien hebben zij niet zoveel te lijden aan de fysieke klachten, maar onderschat u de psychische impact op deze doelgroep niet. De COVID-maatregelen beperken ook hen in hun recreatiebehoefte en dit wangedrag moeten wij zien als een reactie hierop. Met verwijten en schuldvragen naar elkaar slingeren heeft geen zin.
God behoede ons dat wij niet als in Brazilië onze kinderen, als ratten moeten afschieten door privélegers, vanwege de overlast. Hopelijk komen wij tijdig tot inkeer, zodat wij met de juiste aanpak van dit probleem deze kinderen niet doen uitgroeien tot volwaardige carrièrecriminelen. De eerste stap is om het probleem met voldoende, reële zelfreflectie te belichten. Ook ik ben een jongen uit ‘the ghetto’.
Namens Stichting ZEN (Zorgvol en Nobel)
Omar Terborg