Op maandag 29 november publiceerde ik via Suriname Herald een artikel met de titel “Suriname tentoongesteld”. In dat artikel zeg ik dat first lady zijn geen instituut is, niet in Suriname. Ik vergiste me, of beter gezegd, ik wist niet dat de echtgenote van de president intussen wel een instituut was, een formeel instituut.
Want, wat blijkt? Op 31 augustus 2020 reeds, besloot de kersverse president van Suriname bij resolutie tot de instelling van het “Instituut van de First Lady”. Kennelijk bleef de informatie en communicatie hierover onopgemerkt bij belangrijke en relevante anderen in de samenleving; deze week zei een Surinaamse politica in een interview ook dat first lady zijn geen instituut is.
Het Surinaamse Instituut van de First Lady behoeft een eigen embleem, een zegel. Op 10 oktober 2021 werd – ook door een presidentiële resolutie – dat zegel vastgesteld. In dat zegel (in de documenten spreekt men van Seal) is het wapenschild van de Republiek Suriname gebruikt en zijn de namen vermeld van het instituut (First Lady) en van de functionaris Mellisa Santokhi-Seenacherry. Het zegel van het Instituut van de First Lady is dus gepersonaliseerd.
In dezelfde resolutie tot vaststelling van het zegel is te lezen dat, op 31 augustus 2020 tot “Instelling van het Instituut van de First Lady” is besloten, omdat de echtgenote van de president van de Republiek Suriname, de first lady, een belangrijke positie vervult in het sociaal-maatschappelijk verkeer en in haar hoedanigheid van first lady de president ondersteunt in zijn grondwettelijke taken. In het verlengde hiervan is de first lady onder andere belast met het organiseren van campagne op bestuur aanvullend gebied, onder meer van zorg en welzijn, jeugdhulpverlening enzovoorts.
De echtgenote van de president van Suriname is de keuze van de president, niet de keuze van het Surinaamse volk. De Grondwet van Suriname voorziet er niet in dat de echtgenoot/levenspartner van de president deze ondersteunt in diens grondwettelijke taken, en een positie heeft in de besturing van het land. Dat is ook niet de ontwikkelingsrichting die Suriname op moet gaan.
De handelwijze van de president verraadt een behoefte aan dynastievorming en typeert stamhoofdig denken, wat mentaal gezien een teruggang is in de tijd! Dynastievorming en stamhoofdig denken en doen passen bij etnische politiekvoering, maar verenigen zich niet met de open en moderne republiek die Suriname streeft te zijn. Een republiek gebaseerd op democratische principes met deugdelijk en toegankelijk bestuur.
Het gedrag van de president is ongrondwettelijk, daarom moeten De Nationale Assemblee (DNA) en de bevolking van Suriname er openbaar en krachtig tegen protesteren. Suriname moet niet terug in de tijd, maar vooruit!
Opo, kondreman un’ opo!
Filia Kramp, een Surinaamse in diaspora
Schrijver van onder andere: “Schaduwnatie. Een essay over de onvolkomen dekolonisatie van Suriname”