Dat de gezondheidszorg van Surinamers wordt verwaarloosd door hun politici is een feit. Je merkt het onder andere aan de besturing op topniveau en de bejegening van patiënten en verpleegkundigen en natuurlijk aan de gezondheidsuitkomsten. Die zijn pover, daar schrijf ik een andere keer meer over.
Het ministerie van Volksgezondheid is een maatschappelijk systeeminstituut met als kerndomein het gezondheidszorgsysteem. Het huidige gezondheidszorgsysteem is van vóór de onafhankelijkheid, niet met de tijd mee ontwikkeld en vernieuwd, en is van droefheid uit elkaar gevallen. Hier en daar pleisters, touwtjes en schroefjes om het bij elkaar te houden, helpen niet meer. Dit kapotte systeem hindert zoveel meer dan we beseffen: onze gezondheid, de beroepsontwikkeling van onze verpleegkundigen maar ook onze ontwikkeling als samenleving!
Zo een gehavend systeem vraagt om aandacht op het hoogste politiek-bestuurlijk niveau, om doorleefd leiderschap en om visie op gemeenschapsontwikkeling en population health management. Suriname is een jong, kleine hyper multiculturele samenleving met postkoloniaal zeer en armoede, sensitieve mensen én pre-Colombiaanse volken (inheemsen) nog in haar midden. Daar past een cultuurveilig, wendbaar, goed doordacht integraal gezondheidszorgsysteem bij. Niet een oud Nederlands vehikel dat in Nederland al zeker 50 jaar niet bereden wordt.
Een hedendaags gezondheidszorgsysteem verbindt gezondheidszorg, inkomen, arbeidsomstandigheden, kwaliteit van voeding, scholing, huisvesting, milieu en veiligheid met elkaar. In zo een systeem hebben dus veel meer disciplines een belangrijke inbreng dan alleen medische en paramedische. Denk aan ethici, filosofen, gedragswetenschappers, gezondheidszorgeconomen etc.
De inspanning om van het gehavend systeem iets beters te maken vraagt in de top ander zorgbestuur en -leiderschap dan we traditioneel gewend zijn. Niet per sé een arts als minister, maar per sé een bewezen goede bestuurder en leider v/m. Het systeem zijn de mensen, de mensen zijn het systeem en het systeem dat we nu hebben is totaal verpolitiekt. We zijn onderweg naar de volgende gezondheidszorgcrisis omdat ook de huidige regering zich comfortabel voelt bij een kapot gezondheidszorgsysteem.
Onder de regering-Bouterse I importeerde Suriname op relatief grote schaal Filipijnse HBO-verpleegkundigen. Het land had toen geen HBOV-opleiding en ‘men’ (wie ‘men’ was werd me nooit duidelijk) had redenen om met spoed Filipijnse HBO-verpleegkundigen te importeren. Het is een schimmig verhaal waar ik hier niet verder op in ga. Wat me bij nadere beschouwing wel duidelijk werd, was dat het verhaal de set up was voor een twijfelachtig (om niet te zeggen corrupt) businessmodel.
Alles rondom de werving, selectie en plaatsing van de Filipijnse verpleegkundigen werd bij één ‘personeelsmakelaar’ ondergebracht; deze makelaar kwam uit de kring van ‘zorgtoppers’. Wie kritiek had op de niet inzichtelijke manier van zaken doen werd behendig uit het ‘elite kransje’ van de zorgtoppers geweerd en als het kon geëxcommuniceerd. Alle activiteiten rond deze arbeidsimport werden betaald in US-dollar. Dat was ook de valuta waarin de Filipijnse verpleegkundigen hun loon ontvingen.
Dat loon was aanmerkelijk hoger dan dat van hun Surinaamse collega’s die, tot de komst van de Filipijnen, hetzelfde werk deden maar loon in Surinaamse dollars ontvingen én slechter werden bejegend door hun organisaties en artsen. Wat hier gebeurde was onfatsoenlijk, maar trok aan de bel? Niemand gaf thuis, ook vakbonden niet. Ook vanuit de verpleegkundige beroepsvereniging bleef het stil; te bang voor repercussies.
Toen eind 2014/begin 2015 de vleespotten van de regering-Bouterse I leeg bleken, eindigde de Filipijnse import. Een deel van de verpleegkundigen bleef in Suriname, een groter deel vertrok. Surinaamse verpleegkundigen en hun zorgorganisaties keerden terug naar het ‘oude normaal’. Alsof er nooit zo een openbare scabreuze schoffering was geweest van een voor de gezondheid van Surinamers en voor het gezondheidszorgsysteem essentiële beroepsgroep. Het trieste is dat de reden voor dit alles nog bestaat namelijk, een gedateerd en falend gezondheidszorgsysteem!
Begin deze maand slaakten kinderartsen van de Neonatologie Intensive Care Unit van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) een noodkreet. Zieke baby’s worden niet verpleegd en sterven, want gespecialiseerde verpleegkundigen trekken massaal weg naar landen waar ze beter bejegend worden en beter betaald. Ik geef ze geen ongelijk geven. Ook zij hebben dromen voor zichzelf en hun kinderen en Suriname laat ze herhaaldelijk in de steek.
Er zijn in de afgelopen decennia tientallen, zo niet meer, grote en minder grote noodkreten van Surinaamse medici de wereld in gezonden. Evenzoveel keren kwam er hulp, uit Nederland, uit de diaspora, van overheden wereldwijd: geld en spullen.
Suriname kreeg zelfs compleet ingerichte nieuwe ziekenhuizen cadeau, het oude probleem bleef. Het probleem is dat Surinamers hun politici het oude geldverslindend en ziekmakend systeem koesteren (net als hun achterhaald kies- en politiek systeem). De noodkreet van de kinderartsen leidde deze keer niet tot een externe hulpactie. De coronapandemie is nog niet voorbij en de Russische oorlog dreigt dieper en verder te gaan snijden dan gehoopt.
Ook aan de Noordzee krijgen ze het moeilijker. Voor de slachtoffers van de Russische oorlog moeten ook geld en spullen worden ingezameld en dat heeft voorrang. In de tijd die komen gaat moet ieder land zoveel als kan, zelf zijn eigen gezondheidszorgproblemen oplossen. Ook Suriname.
De Amerikaanse filosoof Ralph Waldo Emerson leerde ons (en de Harvard gezondheidseconomist David E. Bloom bevestigde hem): ‘The first wealth is health’. Goede gezondheid is het fundament voor iedere duurzame samenleving en economie. Je kunt de beste en meeste grondstoffen van de wereld hebben, zonder een gezonde bevolking heb je er niets aan. Suriname is geen uitzondering!
Er iets gruwelijks gaande in hun gezondheidszorg en Surinamers gaan door met het oude refrein: noodkreten, bedelen en bidden. De president zegt dat de uitvoering van het strategisch ontwikkelingsplan op schema zit. De minister van Volksgezondheid gaat het Cubaans zorgpersoneel dat hij in 2020 met veel aplomb naar huis stuurde weer halen.
Filia Kramp, een Surinaamse in diaspora
Schrijver van onder andere: “Kringloop van Moed. Een pleidooi voor alledaags leiderschap”