Op 6 augustus 2020 is de stichting Huis voor Democratie en Rechtsstaat opgericht met als voorzitter Sunildath Sookhlall. De heer Sookhlall en zijn comparant Kries Mahabier hebben zichzelf gekroond tot zogeheten moraalridders van Suriname, strijders van corruptie en bewakers van de democratie.
In de afgelopen weken heeft dit duo ons een voorproefje gegeven van hun zwaar beneveld intelligentieniveau en werd het voor menigeen al snel duidelijk dat dit duo niet verder komt dan ongefundeerde, racistische en denigrerende uitspraken naar personen toe. Er wordt constant op de man gespeeld doch niet op de bal en hun radar voor het detecteren van vermoedelijke corruptie- of fraudeschandalen pakt slechts grondkwesties op.
Ervan uitgaande dat dit duo met een goed gezichtsvermogen en gehoor gezegend zou kunnen zijn, moeten we helaas constateren, dat ze behalve ziende blind ook horende doof geacht kunnen worden, aangezien zij het vermogen ontberen om het feitelijke van het wezenlijke te onderscheiden. Het is op zân zacht nogal frappant, dat ze met hun selectief brein, wel in staat zijn een totaal misplaatste invulling voor de afkorting ABOP durven te geven, maar er totaal aan voorbijgaan, dat hun opdrachtgever(s) tot de hoogste orde van witte-boord-criminelen zou(den) kunnen behoren.
Hieronder enkele corruptie-/fraudeschandalen die absoluut aan een [nader]onderzoek onderworpen dienen te worden:
1. New Surfin-schandaal (minister van Financiën en Planning en minister van BIBIS);
2. HPSG-schandaal (minister van BIBIS);
3. Blauwmeer kwestie (minister van Financiën en Planning);
4. Vervalste betaalopdrachten Centrale Bank van Suriname (minister van Financiën en Planning);
5. MOU met het Italiaans bouwbedrijf MAEC 87 SRL (minister van Financiën en Planning en minister van BIBIS).
Dit zijn zaken van strafrechtelijke aard die een serieus onderzoek vereisen en waarbij alle betrokkenen stevig door het Openbaar Ministerie (OM) aan de tand gevoeld moeten worden en de op expansie beluste ministers van Financiën en Planning en Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) terstond hun functie behoren neer te leggen in afwachting van het resultaat, dat het onderzoek moet uitwijzen.
Immers wordt de eenzijdige democratische stichting uitgedaagd deze zaken te deponeren bij het OM. Immers, hun handelen doet denken aan dat van notoire recidivisten, die zolang zij in functie blijven de grenzen van het (on)toelaatbare zullen testen.
Uit de statuten van de stichting blijkt tevens dat de stichting ook opkomt voor de rechtsstaat, wanneer het vervolgingsapparaat niet optreedt. In het geval van het besluit van het Openbaar Ministerie om de directeur van de Hakrinbank NV niet strafrechtelijk te vervolgen, heeft dit duo er blijkbaar voor gekozen om de andere kant op te kijken, en hun speurdersneus dicht te knijpen, zoals zij bij de bovengenoemde schandalen ook hebben gedaan.
Via achterdeurtjes en connecties wint dit duo op een oneigenlijke wijze informatie in, die voor het publiek niet openbaar is. Dat betekent dus, dat zij in hun ridders zetel even aan het feit voorbijgaan, de werknemers bij het MI-Glis in diskrediet zouden kunnen brengen, om de verkregen informatie vervolgens te publiceren. Het is overduidelijk dat dit duo mank gaat aan hun eigen gebrek aan moreel ethische waarden en normen.
Raoul Seeinie