President Chan Santokhi sprak onlangs in De Nationale Assemblee (DNA) zijn afkeuring uit over het feestgedrag van de burger in COVID-tijd, terwijl feesten niet zijn toegestaan. Voor feesten wordt geen dispensatie verleend. Dat verbod is in een presidentieel besluit opgenomen, stelde de president. De vraag is dan direct of vicepresident Ronnie Brunswijk wel dispensatie had om zijn verjaardag te mogen vieren, toen hij op 7 maart 60 jaar werd. Hij zei dat hij rekening heeft gehouden met COVID.
Terwijl de burger al sinds het begin van de pandemie in maart 2020, geen feesten meer mag organiseren, zegt de tweede burger van het land laconiek dat hij niet wakker ligt van de kritiek. Er is door regeringsautoriteiten nimmer opgetreden tegen het houden van een verjaardagsfeest voor de vicepresident. De gewone burger zou met de harde hand worden aangepakt.
Waar de president in DNA de plank ook volledig misslaat, is door te stellen dat feesten verboden zijn en wel per presidentieel besluit. Waarom stuurt zijn echtgenote dan een brief door naar het clusterteam van ministers dat over dispensatieaanvragen beslist? Aan de ene kant wordt gezegd dat er niet mag worden gefeest, maar het Kabinet van de President stuurt wel een dispensatieaanvraag voor een huwelijksfeest door naar het clusterteam COVID-19 met het verzoek de behandeling van de aanvraag over te nemen. Hoe serieus moet de burger dat nemen?
Is dat de transparantie waar de president het steeds over heeft? Als er gesteld wordt dat feesten verboden is, dan dient een dispensatieaanvraag om te mogen feesten niet eens te worden doorgestuurd, laat staan te worden behandeld door het COVID-team. Het wordt iedere keer weer bij de COVID-19-maatregelen sinds maart 2020 bekendgemaakt. “Feesten zijn verboden.” Als iemand dan toch een aanvraag indient, dan is het niet nodig hieraan aandacht te besteden. De autoriteiten moeten hun tijd beter besteden dan met dispensatieaanvragen voor verboden activiteiten bezig te zijn.
Een ander heikelpunt in het ‘dispensatie oerwoud’ is het aantal dat in omloop is. De minister van Justitie en Politie maakte enkele maanden geleden nog bekend, dat er meer dan 50.000 dispensaties zijn verleend. Hoeveel dat aantal nu is, weet waarschijnlijk niemand. Mensen zijn ‘overnight’ landbouwer geworden en hebben in die hoedanigheid dispensatie gehad om zich tijdens de lockdownuren over straat te mogen begeven. Het is publieksgeheim dat ook friends and family dispensatie hebben gehad, terwijl de burger tijdens de lockdown geen economische activiteiten kan ontplooien en daardoor inkomsten moet derven.
Ook is er onduidelijkheid over reizen van en naar Suriname. Terwijl men uit Nederland vaak ongehinderd Suriname kon binnenkomen, was dat omgekeerd niet het geval. Surinamers konden lange tijd niet naar het buitenland, met name naar Nederland. Er is vaker gesteld, door de minister van Volksgezondheid, dat het luchtruim van Suriname gesloten is. Alleen mensen met spoedgevallen worden toegelaten. In de praktijk was dat echter niet zo. Men kwam gewoon naar Suriname, ging in vele gevallen niet in quarantaine met alle gevolgen van dien.
Het dispensatiebeleid van de overheid moet op de schop. Het ontbreekt aan de zo vaak gepredikte transparantie bij het toewijzen van dispensatie. Mensen die het niet nodig hebben krijgen het. Men vindt het zelfs een soort statussymbool. Terwijl de gewone burger ‘s avonds en in de weekenden thuis heeft gezeten, gaat de nieuwe ‘dispensatie-elite’ de straat op om op bezoek te gaan bij familie of vrienden of om een illegaal feestje te bezoeken.
Een gedegen controle naar het toewijzen van dispensaties is eveneens niet aanwezig bij de politie. Het enige wat je ziet is de politie die met een grote bus wijken in- en uitrijdt om lockdownovertreders (lees: iemand die over straat loopt) op te pakken. De vele automobilisten worden niet gestopt. Integendeel wordt de burger als een crimineel behandeld, terwijl de echte criminelen op klaarlichte dag mensen beroven en daarna vrij rondlopen.
De regering moet trouwens ook nagaan of zij aan dit beleid van restricties en vrijheidsbeperkende maatregelen moet blijven vasthouden. In Europa en de VS gaan steeds meer stemmen op om de beperkingen los te laten en geleidelijk aan de burgerlijke vrijheden weer toe te staan zoals verankerd in democratische staten. In Engeland heeft men zelfs geëxperimenteerd met grote evenementen met de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Het resultaat was dat er niet meer besmettingen waren.
COVID-19 zal in ons leven blijven. De overheid kan niet blijven vasthouden aan vrijheidsbeperkingen. Een keer zullen we het leven weer moeten oppakken met de nadruk op onze eigen verantwoordelijkheid. Dit is cruciaal voor het voortbestaan van onze samenleving waarin vrijheid een grondrecht is.