Op 25 mei 2020 scheen de zon aan het einde van de horizon. Het volk van Suriname was in een jubelstemming, want de VHP zou alles anders doen in ons land. We zouden de NDP-hel vaarwelzeggen en de paradijselijke VHP/ABOP-hemel binnentreden. 200 dagen had de nieuwe regering, die om tot nu toe onduidelijke redenen, bijna een maand eerder aantrad dan wettelijk was voorgeschreven, nodig om de economie weer op de rails te zetten. “Geef mij uw vertrouwen en ik geef u er een prachtig land voor terug”, zei toenmalig VHP-voorzitter Chan Santokhi. Het is na bijna drie jaar regering-Santokhi alleen maar erger geworden.
Santokhi is de enige president die zo snel na zijn aantreden werd bekritiseerd. Al gauw na aantreden van de regering raakten delen van het electoraal teleurgesteld in de president, vicepresident en de ministers. Er is tijdens de verkiezingscampagne hemel op aarde beloofd om zetels te behalen. Zo zei de VHP-voorman onder andere dat de gestolen gelden zouden worden teruggehaald. En werd het volk voorgehouden dat ze niets zou merken van de noodzakelijke maatregelen om de economie weer stabiel te maken. Er stonden 150 investeerders in de rij om in Suriname te investeren. Ook zou er meer dan 3 miljard aan diasporakapitaal beschikbaar zijn voor Suriname. Dit was een van de vele sprookjes die het wanhopige volk te horen kreeg.
Ook gingen de friends and family-benoemingen waarvoor de regering-Bouterse zo fel bekritiseerd werd, rustig door. Dit werd zelfs overtroffen door president Santokhi en vicepresident Ronnie Brunswijk. Zo werden zelfs de statuten van Staatsolie gewijzigd zodat koningin Mellisa zonder enige werkervaring en/of kennis van oliezaken in de Raad van Commissarissen van onze nationale trots Staatsolie kon gaan zitten.
Ook kreeg onze FL een instituut cadeau van haar echtgenoot. Het Instituut van de First Lady werd in alle stilte opgezet, leek het wel, want hoewel dit instituut reeds op 31 augustus 2021 werd ingesteld, werd dit pas bekend toen de samenleving maanden later werd geconfronteerd met een seal speciaal voor onze koningin Mellisa. Zonder enige schaamte werd daarbij ons nationale wapen gebruikt met daaromheen de naam van de first lady. Hoewel ons land een republiek is denken sommigen dat we een koninkrijk zijn.
De first lady werd ook aangesteld als waarnemend algemeen directeur van het Kabinet van de President. En men lijkt dit allemaal normaal te vinden. Onze president schreeuwde in 2021 tijdens een werkbezoek aan Nederland van de daken dat de vorige regering instituten van de staat had uitgehold. Als één ding duidelijk is, is dat de huidige president zich hieraan ook schuldig maakt. Ook onder de huidige regering zijn instituten van de staat uitgehold. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
Iets wat voor enorme irritatie heeft gezorgd is de achteruitkijkspiegel. De vorige regering: a no mi, na mi voorganger. Santokhi zou het volk een enorme dienst bewijzen als hij in plaats van achteruit vooruitkijkt. Het volk heeft niks aan Anansi tori en verwijten naar de vorige regering. Dat weten we inmiddels genoegzaam. Anders had de regeringspartij geen 20 zetels behaald. De 20 zetels kan men nu naar alle waarschijnlijkheid vergeten daar een groot deel hiervan komt van niet traditionele VHP-stemmers die teleurgesteld zijn en zich gepakt voelen. Misschien dat er daarom zoveel commissies aan de slag moeten om advies uit te brengen over het wijzigen van ons kiesstelsel.
De regering-Santokhi lijkt de zware klus onderschat te hebben. De regering heeft geen eenduidige visie, maar er is eerder sprake van adhoc beleid en soms zelfs paniekvoetbal. Er is geen eenheid van beleid zoals bij het aantreden van deze regering werd gepropageerd. De president en vicepresident spreken zichzelf vaker tegen. De vicepresident doet vaker publiekelijk zijn beklag over het beleid. Ook heeft hij meerdere keren laten doorschemeren dat de zogenaamde ABOP-ministeries geen financiële middelen krijgen.
Vicepresident Brunswijk maakt er ook melding van dat hij wordt ondermijnd in de uitoefening van zijn grondwettelijke taken. Zo worden besluiten genomen op een vergadering van de Raad van Ministers, overruled door een direct daarna gehouden regeringsvergadering waar de president de leiding heeft.
En zo leven we voort in de bananenrepubliek Suriname waarbij we twee stamhoofden hebben die elk hun eigen weg lijken te gaan. En dit terwijl het volk gebukt gaat onder een torenhoge koers voor de US-dollar met als gevolg hoge prijzen. Oppositiepartij VHP wees de gang naar het Internationaal Monetair Fonds (IMF) af. De VHP had al een herstelplan klaarliggen en alle deskundigheid nationaal en internationaal in huis. Maar nu de partij in de regering zit, zag zij geen andere keus dan naar het IMF te stappen. Dit werd een ware nachtmerrie.
De ene na de andere tranche werd gemist omdat onze regering de met IMF overeengekomen maatregelen niet uitvoerde.
Sinds het aantreden van de regering-Santokhi zijn in een rap tempo vele critici opgepakt omdat die in hun ongezouten het staatshoofd zouden hebben beledigd hetgeen nog steeds strafbaar is. De beloofde aanpassing van de wet inzake belediging van het staatshoofd is nog ver te zoeken. Lever je kritiek, dan is de kans groot dat je op een blauwe vrijdagmiddag wordt opgepakt en dan in elk geval minstens het weekend achter de tralies moet doorbrengen tussen criminelen. Dat is de rechtsstaat waarover onze president het zo vaak heeft.
In een waarachtige rechtsstaat is een vrije pers van eminent belang. De pers moet niet gehinderd worden in het doen van haar werk. Helaas hebben we moeten meemaken dat collega-journalist Jason Pinas in 2021 op brute wijze werd mishandeld door lijfwachten van vicepresident Brunswijk omdat hij een foto wilde maken van Brunswijk toen die bij het gebouw van De Nationale Assemblee in zijn auto stapte. Pinas werd meters naar de zijkant van het assembleegebouw gesleept alwaar ook zijn telefoon afhandig werd gemaakt. De vicepresident stond erbij maar deed niks. Hij gaf in het parlement een verklaring af die niet strookte met de waarheid. Hierop werd Brunswijk niet afgerekend. De camerabeelden zijn tot op de dag van vandaag nooit vrijgegeven.
Er hebben zich in drie jaar inmiddels vele schandalen voorgedaan. In 2022 somde Times of Suriname zestig schandalen op sinds het aantreden van de regering-Santokhi. Enkele hiervan zijn: het toiletschandaal, het Surfin-schandaal, de zogenaamde HPSG-deal, diefstal van iPads, bestemd voor leerlingen van het binnenland via het Instituut van de First Lady, het paspoortenschadaal, dubieuze deal van US$ 2 miljard met een Italiaans bedrijf, diefstal covid-19-middelen, gesjoemel met voedselpakketten, SLM-schandaal, het Dubai-schandaal, hoge roamingkosten ministers, Sabaku-schandaal, megabankroof bij de Centrale Bank van Suriname, friends and family-benoemingen, stervende baby’s in het ziekenhuis, etc. etc.
Aan het rijtje kunnen ongetwijfeld nog de vele buitenlandse reizen worden toegevoegd van de president en overige regeringsleden, waarvan het resultaat vrijwel nihil is. Ook het overtreden van de vele covid lockdowns door politici, terwijl het volk thuis moest blijven, kan aan het rijtje worden toegevoegd. Terwijl het volk thuis moest blijven en geen feest mocht vieren, vierden onze pres en vp doodleuk hun verjaardagsfeest zonder enige schaamte. Men nam geen enkele verantwoordelijkheid hiervoor.
Dit alles heeft geleid tot een cumulatie van frustraties waarbij de sterk achteruit hollende levenstandaard van de burger in schril contrast staat bij die van de gezagsdragers met hoge salarissen. De ontevredenheid resulteerde in vele protesten met een climax op 17 februari 2023. Toen moesten het assembleegebouw en winkelzaken in de binnenstad van Paramaribo het ontgelden. De gesprekken, die een voorloper zijn op de Nationale Dialoog, hebben tot nu toe niets concreets opgeleverd. Het lijken eerder op gesprekken om tijd te kopen. Het vertrouwen in de politiek lijkt een dieptepunt bereikt te hebben.
Als men de balans na bijna drie jaar regering-Santokhi opmaakt, dan kan men de conclusie trekken dat onze president en vicepresident het niveau missen om ons land naar een hoger niveau te tillen. Incompetent leiderschap lijkt de rode draad te zijn van drie jaar regering-Santokhi met als coalitiepartners VHP, NPS, ABOP, PL/minus NPS. Men wil de huidige coalitie niet terug, maar aan de andere kant staat niet eenieder te springen om weer een NDP-regering. Van de nieuwe partijen hoort men bar weinig, dus zullen de verkiezingen van 2025 ongetwijfeld een politieke thriller worden met in de hoofdrol Chan, Bouta, Bravo, Greg en Somo.