De Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP) heeft bij de verdeling van ministeries na de verkiezingen van 25 mei 2020 – al dan niet met dwang – bedongen dat het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) aan haar werd toegewezen; ongetwijfeld tegen de wil van de VHP in. De grootste coalitiepartij had namelijk liever zelf die ministerspost ingevuld, maar het was al vroeg duidelijk dat president Chan Santokhi toen al, en in ruil voor het presidentschap, moest toegeven aan de grillen van ABOP-voorzitter Ronnie Brunswijk.
Dus ging ABOP letterlijk aan de haal met GBB. Het departement werd het speeltje van Brunswijk, want wie over grond te beslissen heeft, kan maken en breken, chanteren en druk zetten. Des te meer de partij ook het beheer heeft over het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH), dat bijna niet los gezien kan worden van GBB. Daarmee lijkt Brunswijk koning te zijn over grond en wat er in de grond zit. Het is voor de vicepresident immers een koud kunstje de minister op te dragen om kavels in orde te maken voor personen die zich daarvoor bij hem aanmelden.
Dat Brunswijk te zeggen heeft over GBB bleek al toen hij president Chan zover wist te krijgen om Diana Pokie, die niet naar zijn pijpen wenste te dansen, minister-af te zetten. Chan stemde daarmee gewillig in, niet wetende dat hij daarmee zichzelf als staatshoofd in een netelige positie plaatste. Ook toen hij akkoord ging om Dinotha Vorswijk als groentje in het vak – voorgedragen door Brunswijk – aan te stellen als nieuwe GBB-minister.
En zit Vorswijk al vanaf 3 augustus 2021 aan als minister, die de president door wie ze is beëdigd, moet zien te overtuigen van haar twijfelachtige kundigheid en tegelijkertijd moet voldoen aan de verwachtingen van partijleider Brunswijk die als een geslepen poppenspeler de touwtjes van zijn marionet beweegt in de richting welke hij wil. Alle grootspraak ten spijt; de president staat en kijkt ernaar alsof het de gewoonste zaak ter wereld is.
Het is ook niet te verklaren waarom het staatshoofd zich de ene keer scherp uitlaat richting GBB om vervolgens met dezelfde minister op een podium te staan en grondpapieren uitdeelt. Het heeft er veel van dat men bewust bezig is de samenleving een rad voor de ogen te draaien. Vorswijk lijkt de ene keer de belangen van de ABOP te moeten dienen en de andere keer de VHP tegemoetkomt. Het staatshoofd heeft immers niet die recentelijke voortvarendheid aan de dag gelegd in de kwestie Sabaku en Kroonenburg, dan een commissie te benoemen en vervolgens de termijn te verlengen alvorens hij bepaalde dat te veel verkregen kavels werden teruggegeven. Ja, zo gemakkelijk ging het.
Intussen zijn er ruim 100 kavels teruggegeven, maar de show van het uitreiken van grondpapieren in Paramaribo-Noord blijft uit; is het omdat men niet mag weten wie de begunstigden zijn? Geruchten willen dat deze zogenaamd teruggegeven percelen nu eerlijk onder de twee partijen zijn verdeeld.
Het hoeft daarom geen betoog waarom Vorswijk niet hoeft te vrezen. Zij doet het precies zoals het moet. Het is publiek geheim dat de bewindsvrouw de volle ondersteuning geniet van Jogi, die zeker niet de minste onder de VHP’ers is. Wat kennelijk speelt is dat Jogi de belangen van zijn partij behartigt en Chan dus daarom geen beslissing kan nemen omtrent Vorswijk. Wat de president wel heeft gedaan is voor het oog van het volk een werkgroep Grondzaken op het Kabinet te installeren en ook resoluut op te treden daar waar er aan grond van VHP’ers werd getornd.
“Blijft u doordenkend in de uitoefening van uw ambt. U gaat de scepter zwaaien over een ministerie dat een historie heeft. Een ministerie dat helaas last heeft van een nogal negatieve beeldvorming, maar dat ook een aantrekkingskracht heeft op velen met goede en soms met minder goede bedoelingen. Grond en bos zijn waardevol, niet slechts voor de staat, voor alle Surinamers.” Dit waren de woorden die de president op 3 augustus uitsprak bij de beëdiging van Vorswijk op het presidentieel paleis.
President Santokhi was zich hiermee terdege bewust van hetgeen waar hij aan begon met de benoeming van Vorswijk. Zij zou zowel de negatieve beeldvorming als de aantrekkingskracht niet kunnen verminderen. Met Vorswijk waren beide partijen gegarandeerd van een jaknikker en geen lastpost als Pokie, die niet zou toegeven aan de eisen van Brunswijk noch Jogi op de koffie zou ontvangen.
Minister Vorswijk zit thans niet tussen wal en schip, maar simpel tussen Brunswijk en Chan, die beiden zoveel mogelijk grond voor hun achterban proberen te vergaren dan wel te behouden. Thans zijn de schijnwerpers voor even op Jogi gericht. Het wachten is op het eerstvolgende gronddebacle, dat ongetwijfeld weer met een sisser (lees: werkgroep of commissie) zal aflopen. Onthoud u dat de president op 3 augustus 2021 ook zei: “Wij zullen u de nodige ondersteuning en begeleiding geven”. Wanneer Vorswijk dus een scheve schaats rijdt die niet past in het spoor van de regering, zijn Jogi en de werkgroepen er wel voor de nodige begeleiding en ondersteuning.