Lionel Messi heeft de magische grens van 500 doelpunten in dienst van FC Barcelona gehaald. De 29-jarige Argentijn kon geen beter moment bedenken voor die mijlpaal: met zijn 2-3 in blessuretijd van de Clásico tegen grote rivaal Real Madrid schoot hij Barcelona terug in de Spaanse titelrace.
Voorafgaand aan de 234ste El Clasico werd er nog volop gespeculeerd over het naderende einde van een tijdperk van Messi en co.
Messi had 577 wedstrijden nodig om de grens van 500 goals te halen. Hij scoorde 343 keer in La Liga, 94 keer in de Champions League, 43 keer in de Copa del Rey en 1 keer in de strijd om de wereldbeker voor clubs.
Onder Frank Rijkaard debuteerde een piepjonge Messi (16) in november 2003 voor FC Barcelona. Hij viel een kwartier voor tijd in bij een oefenwedstrijd tegen het FC Porto van een jonge José Mourinho. Een klein jaar later deed de Argentijn in de stadsderby met Espanyol voor het eerst mee in de competitie.
Zijn eerste doelpunt maakte Messi op 1 mei 2005 in het competitieduel met Albacete. Op aangeven van Ronaldinho wipte de kleine dribbelaar de bal stijlvol over doelman Valbuena. Met 17 jaar, tien maanden en zeven dagen werd hij de jongste doelpuntenmaker aller tijden voor de Azulgranas.
Geen enkel record en geen enkele trofee bleef door de dadendrang van Messi buiten schot. Vijf keer won hij de Gouden Bal, drie keer de Gouden Schoen en twee keer werd hij verkozen tot beste speler van Europa – een prijs die pas sinds 2011 wordt uitgereikt.
Imro Redmond