Real Madrid heeft voor de twaalfde keer beslag gelegd op de belangrijkste Europese beker voor clubteams. In Cardiff won de Spaanse ploeg in de finale van de Champions League met 4-1 van Juventus.
Het is voor het eerst in de geschiedenis van de Champions League, die in 1992 in de plaats kwam van het Europacup 1-toernooi, dat een club de Europese titel weet te prolongeren.
Cristiano Ronaldo had met twee treffers een groot aandeel in de zege. Hij opende in de 20ste minuut de score met een van richting veranderd schot en zette Real Madrid in de 64ste minuut op de beslissende 3-1 voorsprong.
Mario Mandzukic bracht Juventus met een magistrale actie – op de borst aannemen en vervolgens met een halve omhaal scoren – nog voor de pauze langszij. Een kwartier na rust had Casimiro ook al geluk met een inzet die dankzij een Italiaans been doelman Gianluigi Buffon het nakijken gaf: 2-1. Invaller Marco Asensio tikte bij het scheiden van de markt nog de 4-1 binnen.
NOS