Mede dankzij de financiële steun van prominente Surinaams-Nederlandse profs als Georginio Wijnaldum, Jeremain Lens en Quincy Promes heeft de nationale ploeg van Suriname momenteel een trainingskamp in Nederland belegd. Bondscoach Dean Gorré zegt in gesprek met De Telegraaf dat hij zich met zijn team voorbereidt op de Nations League van de Concacaf, waarin de komende periode interlands tegen Nicaragua, Dominica en Saint Vincent en de Grenadines op het programma staan.
Als Shona Shukrula, de half-Surinaamse vrouwelijke scheidsrechter die Telstar-Suriname (1-1) prima heeft geleid, het laatste fluitsignaal heeft laten klinken, lijkt het feest pas echt te beginnen. Het kunstgras van het Rabobank IJmond Stadion van Telstar wordt massaal overgenomen door supporters en familieleden van de Surinaamse ploeg, die er een spontaan feestje van maken. In een hoek van het stadion slaan de rookwolken van de grill, terwijl gelegenheids-dj en -speaker Humberto Tan het volume van de vrolijke Surinaamse muziek die hij draait, nog wat opschroeft.
“Dit is typisch Surinaams. Iedereen blijft gewoon hangen en het is meteen feest”, weet Gorré, die de lastige taak op zich heeft genomen om het voetbal in Suriname op een hoger plan te krijgen. De hele wereld kent (deels) Surinaamse voetballers als Gullit, Rijkaard, Vanenburg, Seedorf, Davids, Kluivert en vandaag de dag Wijnaldum en Van Dijk, maar de nationale ploeg van Suriname heeft nog nooit potten kunnen breken. Momenteel is Suriname de nummer 151 van de FIFA-ranking, ingeklemd tussen Ethiopië en de Malediven.
“Gorré lobbyt voor sportpaspoort”
“Er is in Suriname meer dan voldoende talent, maar geen infrastructuur. Als al die bekende profs niet in Nederland maar in Suriname waren geboren, dan hadden ze op het niveau gespeeld van mijn jongens. Dan was hun talent nooit zo ontwikkeld als in Nederland is gebeurd”, aldus Gorré. “Ik werk met amateurs, die maar twee keer in de week trainen en daarnaast naar school gaan of moeten werken.”
Een voorzichtige kentering is zichtbaar. Ivenzo Comvalius maakte vorig jaar tijdens een vergelijkbare tournee door Nederland zoveel indruk, dat hij een contract heeft kunnen tekenen bij het Slowaakse Trencin, terwijl Roscello Vlijter dit seizoen actief is bij Telstar in de Keuken Kampioen Divisie.
Met het oog op de toekomst heeft Gorré, oud-speler van Ajax en Feyenoord, een traject ingezet met jonge, talentvolle Surinaamse spelers. “We willen de spelers op een hoger niveau krijgen, maar ze ook een platform bieden, waardoor ze zich in de kijker kunnen spelen voor een contract in het buitenland. In de jongere leeftijdsgroepen zit heel veel talent. Ik ben een fundament aan het leggen voor het nageslacht.”
Met een begerig oog kijkt Gorré daarnaast naar het enorme arsenaal van profs met Surinaamse roots, die in Nederland en andere Europese landen actief zijn, niet in aanmerking komen voor Oranje, maar een geweldige versterking zouden zijn voor Suriname. “Dat gaat om een groep van 152 spelers”, weet de bondscoach.
De successen van Curaçao, dat met Nederlandse profs met Antilliaanse roots op de laatste Gold Cup doorstootte naar de kwartfinale, vormen een grote inspiratiebron. Daarom blijft Gorré onvermoeibaar lobbyen voor een zogenaamd sportpaspoort, die het Surinaams-Nederlandse profs uit de categorie Ryan Donk, Mitchell Donald, Florian Jozefzoon, Tjaronn Chery, Gianni Zuiverloon en Kelvin Leerdam mogelijk zou maken voor de ‘Natio’ uit te komen zonder hun Nederlandse paspoort kwijt te raken.
“Daar ben ik elke dag mee bezig, maar het blijft politiek. Tot nu toe laat de Surinaamse politiek het niet toe, maar ik ben ervan overtuigd dat het wel ooit zover gaat komen. Als dat lukt, kunnen we Suriname echt op de kaart zetten en kunnen we Curaçao achterna gaan.”
De Telegraaf
Bewerkt door: Redactie