Afgelopen vrijdag had de vaste commissie van rapporteurs een gesprek gevoerd met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Steven Mac Andrew, directeur van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), zegt aan Suriname Herald dat zowel de commissie van rapporteurs als het bedrijfsleven een openhartig gesprek met elkaar hebben gevoerd.
“We hebben ruimschoots de ruimte gehad om onze punten naar voren te brengen. Wij zijn niet tegen de Wet op uitzendbureaus,” zegt de VSB-topman. We zijn wel tegen bepaalde zaken die zijn opgenomen en die willen we samen met de overheid rechttrekken, meent hij. Naar zijn mening was het gesprek vruchtbaar.
Een van de pijnpunten is het gedeelte waar de wet zegt dat mensen die worden uitgezonden hetzelfde loon en dezelfde voorzieningen moeten hebben als een persoon die in vaste dienst is bij het bedrijf waar hij of zij te werk wordt gesteld. Mac Andrew geeft aan dat het bedrijfsleven zijn punt duidelijk heeft gemaakt. Volgens hem kan je appels niet met peren gaan vergelijken. Hij laat verder weten dat een uitzendbureau een heel andere omstandigheid heeft dan een inlenend bedrijf. Daarmee moet er wel rekening gehouden worden.
Bovendien heeft de ILO-conventie (Internationale Arbeidsorganisatie) duidelijke aanbevelingen wat uitzendbureaus betreft. De VSB-directeur zegt dat Suriname deze conventie ook heeft goedgekeurd en zal zich daaraan moeten houden. Het zou niet goed uitpakken als deze conventie anders zou worden aangepast in de nationale wet, omdat zij op internationaal niveau is goedgekeurd.
Het bedrijfsleven heeft de overheid gevraagd om een evaluatie te houden met een grondig onderzoek om de twee jaar. Mac Andrew constateert ook dat de ontwerpers van de wet niet bekend zijn met wat zich in het veld afspeelt.
Raoul Abisoina