De 11-jarige jongen, Melesi Kudumusu, die op zaterdag 9 december is aangevallen door een tijger in Gujaba, heeft psychologische begeleiding nodig. Door de aanval van de tijger, heeft de jongen tal van klauwverwondingen opgelopen in het gezicht. De jongen is sinds het gebeuren bang om naar zijn geboortedorp te gaan, waardoor hij verstoken is van onderwijs.
Nadat Melesi van het ziekenhuis is ontslagen, is hij opgevangen door een tante te Paranam. Echter, hij moet wekelijks tenminste een keer naar de stad voor de nazorg. De 11-jarige jongen heeft nog last van angstaanvallen en emoties bij confrontaties met de dingen die hem op de bewuste dag zijn overkomen.
De Stichting 1 voor 12 heeft de familie bijgestaan. De familie heeft reeds een voedselpakket ontvangen en een financiƫle bijdrage om de jongen voorlopig naar de dokter te brengen voor controle. De vervoerkosten van Paranam naar de stad werden eerder betaald door de tante van de jongen, gezien de vader geen inkomstenbron heeft. Echter, het wordt steeds moeilijker voor de tante om in te staan voor de kosten.
Louis Vismale, voorzitter van de Stichting 1 voor 12, vraagt daarom de regering en de gemeenschap een helpende hand te bieden. Vismale vindt het belangrijk dat de jongen weer naar school gaat. Ook wil hij dat de jongen de nodige psychologische begeleiding krijgt, zodat hij het gebeuren een plaats kan geven. Gezien de jonge tiener niet meer naar zijn huis in het binnenland wenst te gaan, doet 1 voor 12 een beroep op zowel de overheid als de gemeenschap, zodat de jongen geplaatst kan worden in een kindertehuis of een internaat.
Melesi werd aangevallen door het beest, nadat hij van het toilet kwam. Bij het horen van het beest probeerde hij nog weg te rennen. Echter, het beest kon hem overtreffen en bracht hem de verwondingen in het gezicht toe. Zijn pleegmoeder kapte het beest tijdens de aanval, waardoor het beest het bos in vluchtte.
De vader van Melesi zegt dat zo een voorval nooit eerder is gebeurd in het dorp. Het duurde een dag om de stad te bereiken, zodat de jongen naar het ziekenhuis gebracht kon worden. Dorpelingen zijn op de hoogte dat er nog een tijger in het bos is. De vader hoopt echter dat niemand meer wordt aangevallen. Ook hij hoopt dat zijn zoon een verblijfplaats in de stad kan vinden, zodat hij naar school kan. Hij merkte op dat Melesi bij het zien van een hond, al te maken krijgt met angstaanvallen. Tot nog toe heeft de jongen nog geen begeleiding gekregen. Vismale roept de gemeenschap en de regering op om de handen in een te slaan, zodat de jongen de nodige hulp kan krijgen.