NDP-ondervoorzitter en assembleelid Rachied Doekhie begrijpt de commotie van de oppositie niet over de benoeming van de oud-minister van Justitie en Politie, Jennifer van Dijk-Silos, als voorzitter van het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB). Doekhie zegt aan Suriname Herald dat de politiek weer naar issues zoekt om spanningen te creƫren in het land.
āDie mevrouw heeft eerder in die functie gediend. Als de president besloten heeft om haar weer daar te plaatsen, zie ik niks mis daarmee,ā merkt Doekhie op. Op dit moment is het niet de ABOP, PL, NPS of de VHP die het beleid bepalen. Er is naar zeggen van de politicus een wettig gekozen regering die alles volgens de voorschreven regels doet. Hij vraagt zich af wat het probleem van de oppositie is. Ook vraagt hij zich af wat Van Dijk-Silos op het OKB zou hebben gedaan dat niet goed is.
Doekhie daagt de oppositie uit om Suriname aan te gaan klagen. Voor de NDP is het naar zeggen van de ondervoorzitter geen nieuwigheid, omdat deze oppositie niks anders wil doen dan Suriname te verkopen aan het buitenland.
Van Dijk-Silos wordt niet alleen door de coalitie gedragen, maar ook door de gemeenschap. De oppositie gedraagt zich nu letterlijk als een kind van de lagere school, omdat ze weet dat Van Dijk-Silos iemand is die geen nonsens tolereert. De vrouw heeft bewezen dat ze het kan en daarom zal ze weer benoemd worden om daar leiding te gaan geven, laat Doekhie weten.
āJennifer van Dijk-Silos is tot nu toe de beste persoon geweest die dit orgaan zou kunnen leiden. Ik zal de president maar adviseren om Silos niet meer te benoemen, maar gewoon te kiezen voor Paul Somohardjo, Gregory Rusland, Ronnie Brunswijk of Chandrikapersad Santokhi als voorzitter van het OKB. Dan zal het misschien makkelijker zijn voor hen om Suriname te verkopen aan het buitenland, want dat is hun doel altijd geweest.ā
Doekhie zegt dat de eerlijkste en oprechtste verkiezing onder een regering met Bouterse aan het hoofd is gehouden in Suriname. Waarom mensen nu problemen hebben met Van Dijk-Silos is nog steeds de vraag, aldus Doekhie.
Raoul Abisoina