Gisteren werd er in het gebouw van de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF) een nationaal congres gehouden ten aanzien van de Economic Partnership Agreement (EPA). De initiatiefnemers waren: het Ministerie van Handel, Industrie en Toerisme (HI en T) in samenwerking met de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), KKF en de Federatie van Surinaamse Agrariërs (FSA). Het doel van de dag was om dialoog te voeren over de EPA.
Reina Raveles, directeur van HI en T, gaf aan dat vóór dit congres er reeds zes weken lang kleinere congressen georganiseerd werden, waarbij de verschillende sectoren apart dialoog konden voeren en hun statement aangeven betreffende de voor- en nadelen van de EPA.
Tijdens dit nationaal congres zijn de verschillende sectoren bij elkaar gebracht waaronder het parlement dat uitgenodigd is geworden, maar ook vertegenwoordigers van de overheid, waarbij vanuit de verschillende sectoren zal worden belicht het belang van de Europese Unie (EU) als handelspartner en wat de voor- en nadelen zijn, zodat het parlement een goed standpunt kan innemen aangaande de EPA, zegt Raveles.
Een voordeel van de EPA kan volgens Raveles zijn dat het bedrijfsleven naar de EU exporteert. Hierop is er een handelspreventie. Dit betekent dat men tegen 0 tarief kan exporteren naar de EU onder het EPA-regiem. Dit zorgt voor een aantal voordelen wanneer je concurreert op de Europese markt, omdat de prijs dan scherp is, voert Raveles aan.
Over de nadelen zijn er enkele discussies gaande. De dienstensector geeft bijvoorbeeld aan dat door de concurrentie het voor hen niet zo makkelijk is om op de Europese markt te komen.
Yvet Rokadji, onderdirecteur van HI en T, zegt dat bij de kleinere congressen verschillende meningen naar voren werden gebracht. Er is een deel dat zegt dat de overeenkomst geratificeerd moet worden, een ander deel zegt dat er verder geconsulteerd moet worden en weer een ander deel is er zeer onverschillig over.
Volgens Rokadji zal een voordeel zeker zijn de markttoegang die Suriname zal verkrijgen. We zullen dan invoerrechtenvrij en quotavrij kunnen exporteren. En een nadeel zal zijn dat het niet meer mogelijk zal zijn om tegen een preferentieel tarief te exporteren.
Aniel Padarath, voorzitter van de KKF, geeft aan dat de KKF noch voor- noch tegenstander is van het verdrag. Wat ze willen, is dat er een goede berekening gemaakt wordt over wat de voor- en nadelen kunnen zijn. “Zonder een berekening is het nutteloos voor- en nadelen aan te halen zonder daadwerkelijke cijfers te hebben.”
Volgens Padarath zal er een berekening moeten komen hoeveel de staat zou verliezen, maar ook de ondernemers. “En als er voordelen zullen zijn, wat zijn de voordelen en hoeveel procent is dat.” Volgens hem wordt er nu dus gebrainstormd, maar een kostencalculatie is nog steeds niet gemaakt en die vindt hij zeer belangrijk. Zonder een berekening kan er soms een verkeerd beeld geschapen worden. Pas na een kostencalculatie zou er weer gebrainstormd kunnen worden als men al dan niet akkoord zal gaan met de overeenkomst, aldus Padarath.
Priscilla Williams