Vakbondsman Robby Berenstein van Ravaksur is niet eens met de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) die wil dat de regering de aanpassing van het nieuwe minimum-uurloon aanhoudt. Het betalen van de salarissen van het personeel is even belangrijk als het betalen van nutsvoorzieningen. Want zonder nutsvoorzieningen kan een bedrijf niet functioneren, zo ook de arbeidskracht, zegt de vakbondsman.
Zijns inziens is er niets mis met het verhogen van het minimum-uurloon. Het bedrag is aangepast naar SRD 8,40 per uur en een hoger tarief voor bepaalde groepen. Dit staat in een concept-staatsbesluit. Berenstein voert aan dat de arbeiders bij een particuliere instelling ook recht hebben op een koopkrachtversterking. Ook zij hebben te maken met de devaluatie van de Surinaamse dollar.
Hij geeft tegenover Suriname Herald te kennen dat in principe een bedrijf geen recht heeft te bestaan als het niet in staat is om zijn personeel van een gedegen salaris te voorzien. De mensen moeten in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, want de kosten voor levensonderhoud zijn gestegen.
De vakbondsleden zijn volgens hem blij met een minimum-uurloon, want niet alle bedrijven en instellingen hebben een bond die kan opkomen voor de belangen van de werknemers. Tenminste is de arbeider er verzekerd van dat hij een redelijk inkomen heeft en geen karig loon ontvangt.
Berenstein vindt ook dat de overheid haar deel moet gaan doen door de nodige controle te plegen bij de bedrijven om na te gaan of zij hun personeel wel het minimum-uurloon uitbetalen. Het controlemechanisme moet altijd aanwezig zijn, benadrukt hij.
Ook moet de regering ervoor zorgen dat de ambtenaren niet daaronder komen te liggen, want het minimum-uurloon geldt niet voor de ambtenaren, maar de particuliere sector.
Vishmohanie Thomas