De Centrale Bank van Suriname (CBvS) heeft reeds een monetaire financiering van 89,7 miljoen Surinaamse dollar aan de regering verstrekt op basis van artikel 21 van de Bankwet. “Wij hebben het niet ongedekt gedaan,” zei de governor van de CBvS, Robert van Trikt, dinsdag op een persconferentie. Wanneer het op monetair financieren aankomt, heeft de staat daar recht op, gaf hij aan.
De gelddekking kan volgens Van Trikt worden geanalyseerd conform de publicatie van weekbalansen op de website van de moederbank. Hij voerde eveneens aan dat op basis van de begroting van 2018 de regering een bedrag van maximaal SRD 670 miljoen aan voorschotten mag opnemen. De bankgouverneur benadrukte dat het gedekt gebeurt met schatkistpromessen. Ook gaf hij de garantie dat de bank nimmer boven de wettelijke toegestane 10 procentnorm zal handelen.
Van Trikt gaf aan dat er tekenen van verbetering zijn voor de Surinaamse economie, waarbij de groeivooruitzichten gunstig zijn. Deze groei zal voornamelijk gedreven worden door de mijnbouwsector. Er is echter ook ruimte voor groei bij andere sectoren die gestimuleerd moeten worden voor diversificatie van de economie. Hij voerde aan dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voor Suriname de komende drie jaar een economische groei van tussen 2,1 en 2,5 procent heeft geprojecteerd. Er wordt een gemiddelde inflatie voor 2019 geprojecteerd van tussen 6 en 7 procent, waarbij vanuit een stabiele koers wordt uitgegaan.
De governor gaf ook te kennen dat de gelddekking van de Surinaamse dollar eveneens als stabiel aangemerkt kan worden, als er gekeken wordt naar de internationale reserves. De gelddekking is rond 70 procent. De internationale reserves die rond 600 miljoen Amerikaanse dollar bedragen, zijn goed voor een importdekking van vijf tot zes maanden. Giraal kan de CBvS ruim 2,2 miljard Amerikaanse dollar beschikbaar stellen voor overmakingen.
Vishmohanie Thomas