Burgers klagen dat hun financiële situatie het afgelopen jaar slechter is geworden. Volgens een opiniepeiling van het Nikos vindt maar liefst 74 procent van de burgers dat hun situatie slechter is geworden. Daarentegen vond 9 procent dat hun eigen situatie juist beter was geworden, terwijl het volgens 17 procent hetzelfde was gebleven. Dat kwam naar voren tijdens een opiniepeiling die door het Instituut voor Kaderontwikkeling in Suriname (Nikos) werd gehouden.
De uitspraken van regeringsleiders dat het weer beter gaat met de economie is nog niet echt te merken door de burger. Het betekent ook dat de koopkracht verminderd is, want als de financiële situatie van de burgers verslechterd is, dan kunnen ze minder kopen bij de bedrijven.
Nikos stelt bepaalde vragen in al zijn peilingen. In de tabel een vergelijking van wat de burgers tijdens de laatste drie peilingen, die in Paramaribo gedaan zijn, hebben aangegeven. In februari 2015 moest men de situatie vergelijken met die van het jaar ervoor (dus 2014), in juli 2016 met die van 2015 en nu met de situatie van 2018. In februari 2015, een paar maanden voor de verkiezingen, vond 30% dat hun financiële en andere omstandigheden er op vooruit waren gegaan.
In de jaren erna vond de meerderheid dat haar situatie juist slechter was geworden. De oorzaak hiervan kan makkelijk afgeleid worden uit de laatste regel van de tabel waarin de koers van de Surinaamse dollar ten opzichte van de Amerikaanse dollar is aangegeven. In februari 2015 was dat nog SRD 3,35 voor één Amerikaanse dollar, maar in de twee peilingen daarna was de koers boven de zeven SRD. Omdat de lonen voor de meeste werkenden en de pensioenen en andere uitkeringen, niet helemaal gecompenseerd zijn, is de koopkracht achteruitgegaan en dat verklaart kennelijk de situatie van de burger.
Het Nikos heeft in de periode van 29 maart tot en met 7 april een opiniepeiling onder duizend burgers in Paramaribo gedaan.