Het verzoek om de Algemene Oudedagsvoorziening (AOV) te verhogen, is niet aan dovemansoren gericht. Dit zei de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo), André Misiekaba, tijdens de begrotingsbehandeling gisteren in het parlement. Het assembleelid Rajiv Ramsahai (NDP) had tijdens een interruptieronde de regering gevraagd om naar de positie van de ouderen te kijken.
Volgens Ramsahai komen de ouderen niet uit met het bedrag van SRD 525. Velen hebben geen pensioen. Volgens de NDP’er moeten zij veel uitgeven aan medicijnen en hun levensonderhoud.
Ook voor de mensen met een beperking vraagt de parlementariër aandacht. Ramsahai kreeg bijval van DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons en fractiegenoot Glenn Sapoen. Simons vroeg extra aandacht voor deze groep. Sapoen zei dat er zestigplussers zijn die het alleen met hun AOV moeten doen. SRD 525 is niet voldoende, merkte hij op. Hij vroeg de overheid om een manier te bedenken om de seniorenburgers tegemoet te komen.
Misiekaba zei dat president Desi Bouterse het verzoek van het assembleelid heeft gehoord en dat de overheid daarvoor zal gaan. Echter, het besluit om de AOV te verhogen, is geen besluit van de minister van Sozavo, maar van de president. De minister kan slechts een voorstel doen en het staatshoofd bepaalt.
De bewindsman is zich ervan bewust dat het bedrag dat voor AOV wordt uitgekeerd, niet voldoende is voor de AOV’ers om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.