Gouddelvers te Snesi bergi aan de Sarakreek zijn door politie-eenheden uit het gebied verwijderd. De kleine ondernemers die al ongeveer een jaar in het gebied werken, vinden het oneerlijk dat er op zo een manier met hen wordt omgegaan. “De mannen zijn gewoon op ons afgekomen, hebben de kampu’s van ons kapotgeslagen en de machines meegenomen waarmee we werken. Dit kan niet,” zegt Plais Baabo, een van de gouddelvers, in gesprek met Suriname Herald.
Hij keurt de handeling van de politie af, omdat de gouddelvers niet bezig zijn te stelen.
Het gaat om 150 gouddelvers die werkzaam zijn op de berg en uit het gebied zijn verwijderd.
Baabo ziet de handeling van de politie-eenheden en ordening goudsector als een discriminatie, omdat er volgens hem aan de andere kant van de berg andere bevolkingsgroepen bezig zijn met goudwinningsactiviteiten en niemand valt hen lastig. De Brazilianen en Chinezen werken normaal door; ze worden niet ontruimd, maar wij wel, terwijl wij Surinamers zijn die recht hebben op een stukje grond om te werken, klagen de gouddelvers.
Een andere gouddelver, Martin Jonas, die ook werkzaam is in het gebied en met de sterke arm de plek moet verlaten, onderkent dat hij en de rest geen vergunning hebben om aan goudwinning te doen. Maar er zijn ook gouddelvers die aan goudwinning doen zonder een vergunning te hebben. Zij worden niet ontruimd, is hij van mening. “Wat gebeurt er met onze gezinnen, want van dit geld leven we.” Moeten wij gaan stelen, vraagt hij retorisch.
Jonas geeft te kennen dat de goudzoekers hoge kosten hebben gemaakt die ze ook nog moeten aflossen.
De reis naar het gebied duurt acht uur.
Simone Awanna