Met de verschillende eenheidscentra die landelijk worden opgezet, wil de Pertjajah Luhur (PL) beter uitvoering geven aan de gotong-royong-filosofie. Samenwerken aan het opzetten van een eenheidscentrum, samen de goederen verpakken voor de distributiecentra, maar straks ook samen de verkiezingswinst delen, dat is de basis van de gotong-royong-gedachte, zegt PL-voorzitter Paul Somohardjo.
Zaterdag heeft de partij een aantal eenheidscentra ingezegend, waaronder één te Kampong Baroe in Saramacca, één aan de Poerwodadiweg te Desa in het district Wanica en vanmorgen één aan de Gotong-Royongweg te Meerzorg in het district Commewijne.
25 eenheidscentra opzetten
Voor de maand september zullen er volgens plan in totaal 25 eenheidscentra worden opgezet. Deze centra zijn vooral bedoeld als ontmoetingsplek voor de structuren van de partij, waar zij dagelijks met elkaar van gedachten kunnen wisselen over strategieën en tegelijkertijd met elkaar kunnen socializen. Buurtbewoners kunnen voor meer informatie over de partij ook terecht bij het eenheidscentrum in hun ressort.
“Als je lid bent van het kernbestuur of het ressortbestuur, dan moet je ook in contact kunnen komen met je leden. De leden moeten elkaar kennen. Zodoende kunnen we de gotong-royong-gedachte verder opbouwen,” zegt Somohardjo.
Onderlinge band verstevigen
Elk eenheidscentrum is ook een distributiepunt, waarbij burgers basisgoederen kunnen bestellen tegen de kostprijs en deze één keer per week bij het distributiepunt kunnen ophalen. De distributiepunten die reeds operationeel zijn, zijn elke zondag open. Daartoe behoren onder andere de distributiepunten te Moengo, Mariënburg, Lelydorp en Nickerie. De kernen en hun bestuur zijn verantwoordelijk voor de zorg van de goederen en voor de ontvangst van de gelden. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid helpt de onderlinge band verstevigen, stelt de partij.
De PL-voorman benadrukt dat het niet de bedoeling is om winst te maken met de basisgoederen. “Het voornaamste doel is om de mensen tegemoet te komen in deze dure tijd, terwijl de kernbesturen in contact blijven met de leden in de omgeving.”