“Het is de grootste onzin en gewoon een onmogelijkheid. Deze fabel hoort niet thuis in de werkelijkheid van het draaien van onze economie.” Zo reageert de regering op het bericht dat circuleert dat de Afobakastuwdam zal worden verpand om daarmee de staatsschuld te verhogen. Een oppositiepartij kondigt aan dat alleen al met deze informatie de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, moet worden opgesloten, aldus de regering in een verklaring.
De regering is van oordeel dat de beweringen een oneigenlijk verband trekken met slechts één doel. Het doel is om de aandacht af te leiden van het wezenlijke enorme voordeel voor de economie dat gepaard gaat met de overdracht van de Afobakadam en de krachtcentrales.
Het eigen bezit over de dam markeert een einde aan de winst die Alcoa maakte op Suriname, door de verkoop van elektriciteit opgewekt uit natuurlijk water tegen een kostprijsberekening die ver boven de wereldmarkt equivalentieprijs voor olie ligt. De $50 tot 60 miljoen elk jaar die ging naar Alcoa in de VS, houdt daarmee op. Suriname zal dit geld aan zijn eigen ontwikkeling kunnen besteden, staat in de verklaring.
De economische perspectieven verbeteren volgens de regering hierdoor enorm en juist dit zal ons opereren in de internationale financiële markten versterken. Internationaal wordt hierover beschouwd dat Suriname het roer in eigen handen neemt. De jaarlijkse uitsparing van $50 miljoen zal extra kunnen worden geïnvesteerd in de economie wat een veel gelijkwaardige basis schept voor internationaal zakendoen.
“Na 55 jaar is de overname ook een geschiedkundige mijlpaal. Het markeert een stap vooruit op de weg naar verdere verzelfstandiging van onze economie. Deze positieve stap stelt ons land in staat om in eigen beheer de bauxietindustrie te ontwikkelen, de energievoorziening efficiënt en toereikend te maken en veelbetekenende nieuwe exportmarkten aan te boren.”
De regering meent dat in de geschiedenis er meerdere vooruitstrevende stappen voor een hogere graad van soevereiniteit en vooruitgang zijn gezet, die allen het waard zijn om gekoesterd te worden gebracht. De onafhankelijkheid van 1975 was van dergelijke aard. Ook toen waren er echter voorstanders en tegenstanders. Weliswaar lag het aan het volk en zijn leiders om de potentiële voordelen waar te maken en verder uit te bouwen. Dit is wederom het geval.
De regering benadrukt dat zij zal voortgaan op de ingeslagen weg om hogere economische groei, meer werkgelegenheid en betere energievoorziening te brengen naar alle delen van het land.
De regering verzekert dat over de Afobakadam niets anders dan een zorgzaam en economisch verantwoord beheer zal worden gevoerd. Ten aanzien van het lenen in het buitenland gebeurt dit met alle zorgvuldigheid en het letten op het belang van Suriname in de productiesectoren, het onderwijs en de gezondheidszorg, de elektrificatie van het binnenland en de vergroting van het drinkwaterpotentieel en agrarische teelt.
“Het is niet de tijd om langs de kantlijn te staan en negativiteit te verkondigen. Het is zinloos om spookbeelden op te roepen. Met zijn allen werken aan de toekomst is hetgeen dat belangrijk is en Suriname een krachtige speler op de wereldkaart zal maken,” aldus de regering in een verklaring.