Financiënminister Gillmore Hoefdraad noemt de aanklacht van de VHP een afleidingsmanoeuvre in aanloop naar de verkiezingen van 2020. De Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) heeft gisteren aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie, omdat zij van mening is dat de minister van Financiën de Wet op de staatsschuld heeft overtreden. Hoefdraad zegt dat het niet zo kan zijn dat grappenmakers naar de pg toestappen om onnodig de minister van Financiën aan te klagen.
De partij wil met een rechtszaak burgers beschermen tegen het buitensporige leengedrag van de regering. De VHP heeft procureur-generaal (pg) Roy Baidjnath Panday verzocht om conform artikel 140 van de Grondwet van de Republiek Suriname te vorderen bij De Nationale Assemblee, dat minister Hoefdraad in staat van beschuldiging wordt gesteld.
De oppositiepartij zegt dat deze aanklacht zorgvuldig is voorbereid door een team van deskundigen. Hiermee wil zij een halt toeroepen aan het continue onverantwoorde leengedrag van de regering. In 2010 was de staatsschuld nog SRD 3,3 miljard. Deze bedraagt nu SRD 20,4 miljard oftewel SRD 40.000 per burger, stelt de partij in een verklaring. De regering is momenteel drukdoende om een gigantisch bedrag te lenen bij de Oppenheimer. De partij maakt zich zorgen over deze ontwikkelingen.
Minister Hoefdraad, die op dit moment in Washington DC is, heeft op zijn Facebookpagina een videoverklaring geplaatst waarin hij de samenleving verzekert dat er niks mis is met het leningenplafond van de regering. Er is een goed team dat alles in de gaten houdt en conform de wet handelt. De bewindsman is van mening dat de huidige wet te veel ruimte geeft aan wie dan ook om de minister van Financiën aan te klagen.
Deze wet heeft vanaf de inwerkingtreding voor problemen gezorgd. Hij legt uit dat zelfs zijn voorgangers Humphrey Hildenberg en Wonnie Boedhoe problemen hebben gehad met deze wet. Hoefdraad maakt zich geen zorgen over de actie van de VHP. Hij zegt dat hij rustig slaapt en verwacht dat deze zaak snel zal worden afgewikkeld.