Suriname ontbeert een buitenlandse exploratiemaatschappij. Ons land heeft wel bedrijven die op een laag pitje aan exploratie doen, maar er is geen enkel buitenlands bedrijf dat zich hiermee bezighoudt. Dit bevreemdt minister Sergio Akiemboto van Natuurlijke Hulpbronnen (NH).
De bewindsman wijt het wegblijven van buitenlandse investeerders op dit gebied aan het gebrek aan updated informatie en adequate data van onze mijnbouwsector. “Indien wij deze sector willen ontwikkelen, zullen wij als land moeten beschikken over updated informatie en adequate data die voldoen aan internationale standaarden.” Dit zal volgens minister Akiemboto maken dat investeerders komen.
De bewindsman sprak maandag op zijn ministerie bij de start van het transformatieproces van de Geologische Mijnbouwkundige Dienst (GMD) naar het Delfstoffeninstituut en de launch van de onlinetool voor het digitaal aanvragen van mijnbouwrechten.
Het ontbreken van een exploratiemaatschappij is een van de twee zaken die heeft gemaakt dat het proces om tot transformatie van de GMD naar het Delfstoffeninstituut over te gaan, is opgepakt. Ook het feit dat er in de samenleving een bepaalde gedachte heerst over het aanvragen van mijnbouwrechten, heeft een rol gespeeld, namelijk dat de aangevraagde concessie aan iemand anders zal worden overgedragen.
Minister Akiemboto merkte op dat “we in Suriname twee worldclass operating mining companies hebben, maar daartussen nog geen enkel bedrijf dat aan exploratie doet.” “Hoe kan dat, niemand in de wachtkamer, something is wrong,” aldus de bewindsman. Hij benadrukt dat exploratie een belangrijke voorwaarde is om te komen tot exploitatie.
Minister Akiemboto wijst erop dat Guyana daarentegen over ongeveer vijftien exploratiebedrijven beschikt. Volgens hem is dit belangrijk, omdat een land in de exploratiefase al kan verdienen. “Als die vijftien bedrijven op jaarbasis minimaal 1 miljoen dollar uitgeven, heb je ook 15 miljoen dollar in je economie,” rekent de minister uit.
Volgens hem is exploratie belangrijk om investeerders aan te trekken, alvast geld te hebben en data te verzamelen. “En dat gebeurde niet,” weet de bewindsman. Hij zegt dat deze zaken hebben gemaakt dat het proces is ingezet. Ook omdat na discussies is gebleken dat er open, transparante en genoegzaam informatie moet zijn. “Men komt en men vertrekt, omdat de procedures en processen niet duidelijk zijn,” aldus minister Akiemboto, die zegt dat met de nieuwe ontwikkeling transparantie wordt beoogd.
Hij wees er tevens op dat Suriname de financiën en de know how nog niet voldoende in huis heeft. Echter, er is geen enkele organisatie, sector of land te ordenen zonder het bestaan van wet- en regelgeving. Sterke instituten moeten ervoor zorgen dat de afspraken worden nageleefd. Deze instituten moeten ook onafhankelijk kunnen optreden en kunnen sanctioneren wanneer dat nodig is.