De VHP heeft de CEO en president van Oppenheimer Fonds, Martin Flanagan, verzocht om geen lening aan de regering van Suriname te verstrekken. De partij dringt er bij Oppenheimer op aan het verzoek van de regering-Bouterse voor een lening af te wijzen, omdat het geleende bedrag een onomkeerbare negatieve kasstroom voor Suriname zal creëren, ongebreidelde corruptie zal voeden en tot showprojecten, zo dicht tegen de verkiezingen aan, zal leiden, aldus de VHP aan Oppenheimer. De brief is ondertekend door VHP-voorzitter Chandrikapersad Santokhi.
In oktober had de VHP al een aantal internationale instituten en buitenlandse regeringen geïnformeerd over de overschrijding van het leenplafond door de regering van Suriname. De VHP informeerde het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), Inter American Institute for Cooperation on Agriculture (IICA), United Nations Development Fund (UNDP), Pan American Health Organization (PAHO), World Health Organization (WHO), Inter-American Development Bank (IDB), Food and Agricultural Organization (FAO), Caribbean Agricultural Health and Food Safety Agency (CAHFSA), World Wildlife Fund (WWF), Oppenheimer en de diplomatieke vertegenwoordigingen van de Europese Unie, Verenigde Staten en Brazilië.
Lees hier de brief aan Oppenheimer Fonds vertaald in het Nederlands
De VHP, momenteel de grootste politieke partij in de oppositie in De Nationale Assemblee van de Republiek Suriname, wil uw aandacht vestigen op een verontrustende en mogelijk verwoestende impact van recente ontwikkelingen van de staatsschuld in het land.
Het is nu een paar jaar geleden dat Suriname de schuld-tot-GDB-ratio van 60 procent heeft overschreden die is vastgesteld door het IMF. Recente leningsovereenkomsten en andere leningsovereenkomsten met multilaterale instellingen, bilateraal en met commerciële financiële instellingen hebben de staatsschuld in een kritieke gevarenzone gebracht. Ter illustratie: het schuldplafond bedroeg in 2010 3,3 miljard Surinaamse dollars (SRD).
De grondwet van de Republiek Suriname (artikel 140) voorziet in gerechtelijke stappen en een gerechtelijk onderzoek van de relevante autoriteiten, in dit geval de minister van Financiën, in het geval dat het vastgestelde schuldplafond is overschreden.
Deze brief dient ook om u te informeren dat gezien deze alarmerende ontwikkelingen, aan de vooravond van de algemene verkiezingen in mei 2020, de VHP, op basis van haar politieke toezeggingen om de belangen van de Republiek Suriname te dienen, op 19 oktober een strafrechtelijke klacht heeft ingediend tegen de minister van Financiën, de heer G. Hoefdraad. De procureur-generaal is verzocht een grondig onderzoek te starten. De procureur-generaal voert het gevraagde onderzoek uit terwijl we deze brief schrijven.
Terwijl het onderzoek aan de gang was, besloot de huidige regering de wetgeving inzake staatsschuld te wijzigen en de bepalingen van escalaties van het schuldplafond en opsluiting van de verantwoordelijke minister te elimineren. Deze gevaarlijke en onverantwoordelijke daad werd fel tegengewerkt door alle politieke partijen in de oppositie en relevante functionele organisaties in het land, zoals organisaties uit de particuliere sector, vakbonden, bankverenigingen, vrouwenorganisaties, de organisatie van aannemers enz.
Ondanks dit enorme verzet tegen de amendementen, heeft de regering echter doorgedrongen en de mogelijkheid gecreëerd om door ongebreidelde leningen opnieuw ver voorbij het schuldplafond te gaan. Een promesse van SRD 620 miljoen (via monetaire financiering) en leningsovereenkomsten met de lokale banken voor een bedrag van 90 miljoen euro zijn concrete resultaten van dit unilaterale beleid.
Deze niet-duurzame leningen zullen het toch al kwetsbare financiële systeem alleen maar verergeren, na de massale lening van uw instelling (ongeveer US$ 500 miljoen), waarvan niemand in Suriname weet in welk stadium de vereiste zorgvuldigheid is.
De VHP dringt er daarom bij uw instelling op aan dit verzoek van de huidige regering fundamenteel af te wijzen, omdat het geleende bedrag een onomkeerbare negatieve kasstroom voor Suriname zal creëren, ongebreidelde corruptie zal voeden en showprojecten, zo dicht tegen de verkiezingen aan, zal leiden (25 mei 2020).
Zonder de productiecapaciteit die de afgelopen jaren is gecreëerd, zelfs met de vele opgenomen leningen, is de reële mogelijkheid van een schuldencrisis over een paar jaar geen onrealistische veronderstelling. Het genereren van inkomsten, met name het genereren van vreemde valuta, is beperkt tot twee of drie bedrijven. Voorzichtig financieel-monetair beleid is vereist, evenals werken aan vermindering van de overheidsuitgaven, verhoging van de belastinginning en oprichting van gerichte producerende industrieën, zijn de sleutel tot herstel en de weg naar stabiliteit en groei.
De bedoeling van deze brief is in de eerste plaats om u te informeren over de laatste ontwikkelingen en een mogelijke wanbetaling. Wij vinden het onze verantwoordelijkheid, als de grootste politieke oppositiepartij, met uitstekende vooruitzichten bij de komende verkiezingen, om u te informeren en u aan te sporen deze alarmerende situatie te overwegen en sombere toekomstige aflossingsopties wanneer u besluit over nieuwe leningen aan de Republiek Suriname.
Hoogste groet,
Chandrikapersad Santokhi
Voorzitter van de Vooruitstrevende Hervomingspartij (VHP)
Download hier
Brief van de VHP aan Oppenheimer (.pdf)