Rechter Alida Johanns heeft vandaag de vordering van een groep aandeelhouders van de Hakrinbank afgewezen in de kortgedingzaak die zij had aangespannen tegen de directie, Raad van Commissarissen (RvC) van de Hakrinbank, de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en de staat Suriname, in deze het Ministerie van Financiën. De tegeneis van US$ 5000 door de houder van een gekwalificeerde deelneming in de Hakrinbank, Staatsolie tegen de verontruste aandeelhouders, is ook afgewezen, geeft de advocaat van de aandeelhouders, Antoon Karg, te kennen tegenover Suriname Herald.
Karg geeft aan, dat hij met de aandeelhouders in beraad gaat over de volgende stap. Nu wordt gewacht op het beschikbaar komen van het vonnis op schrift. “Hoger beroep en bodemprocedure staan beiden open”, geeft Karg te kennen.
De aandeelhouders geven aan, dat de staat eerst zijn belang van 51 procent in het bankbedrijf dient terug te brengen naar het door de wet voorgeschreven niveau, voordat eventueel nieuwe aandelen worden uitgegeven.
In het verzoekschrift van de aandeelhouders gaven ze aan, dat de staat Suriname een aandelenbelang heeft van 51 procent van het aandelenkapitaal van de Hakrinbank. Dit was sedert 1973, toen de staat het aandelenbelang verwierf in de toenmalige Vervuurtsbank N.V., thans de Hakrinbank. Staatsolie heeft een aandelenbelang van 6,25 procent van het aandelenkapitaal van Hakrinbank. De staat is de enige aandeelhouder in het aandelenkapitaal van Staatsolie en heeft de volledige vennootschappelijke zeggenschap over Staatsolie.
De aandeelhouders willen dat het aandelenbelang van de staat en Staatsolie in samenhang met elkaar worden beoordeeld. Van de staat wordt eveneens verlangd, dat het belang in het aandelenkapitaal van de Hakrinbank wordt afgebouwd. De staat en Staatsolie, hebben geruime tijd in strijd met de wet, hun gekwalificeerde deelneming in stand gelaten en alle normaal gesproken daaraan verbonden rechten, inclusief zeggenschap, uitgeoefend.
De Hakrinbank, haar directie en RvC hebben deze gedragingen, ondanks de overtreding van de wettelijke bepalingen, toegelaten en daaraan bijgedragen door niet of onvoldoende zich tegen te verzetten, zijn de aandeelhouders van oordeel.
De aandeelhouders werden namelijk verrast toen de directie van de Hakrinbank op 4 december de bekendmaking deed van de aandelenemissie. Zij zijn hierover niet in kennis gesteld. De advocaat van de aandeelhouders heeft per brief een verzoek ingediend bij de kantonrechter, waarin zij vragen of de aandelenemissie aangehouden kon worden.
Vishmohanie Thomas