De oppositiepartijen roepen de regering op om het volk volledige openheid van zaken te geven rondom de olievondst. De VHP, NPS, ABOP en PL hebben daarvoor een interpellatievoorstel ingediend in De Nationale Assemblee (DNA). Zij constateren dat de informatieverschaffing door de regering zeer gebrekkig is. Er is veel ruis rondom de gevonden hoeveelheden en de volgende stappen van de regering. Zij maken zich daarom bezorgd over de juiste besteding van de inkomsten.
Met name speelt de kwestie over het recht van Suriname om tot twintig procent te participeren in de exploitatiefase. De oppositie maakt zich zorgen over geluiden dat (een deel van) dit recht nu reeds verkocht zou kunnen worden. Er is zorg dat een dergelijk besluit ons land grote schade zal berokkenen. Met name het feit dat de waarde van de Maka Central-1 put op dit moment niet bekend is gemaakt en er nog een aantal nieuwe putten in voorbereiding is.
Daarbij wordt opgemerkt dat het bedrag van US$ 5 miljard dat Total aan Apache heeft betaald, een hoeveelheid olie betreft dat overeenkomt met āslechtsā de eerste 150 miljoen barrels. Voor elke additionele barrel dient Total extra te betalen hetgeen in de vele miljarden zal lopen.
Gezien haar reputatie van financieel wanbeleid acht de oppositie de kans groot dat de regering de verleiding niet zal kunnen weerstaan om snel te ācashenā. In dat kader verwijst zij ook naar de poging van de toenmalige regering-Wijdenbosch om Staatsolie voor het luttele bedrag van US$ 60 miljoen te verkopen. Dit terwijl het bedrijf heden een winst maakt van US$ 185 miljoen per jaar.
De olievondst materialiseert de langverwachte de hoop voor een beter Suriname. Met kundig bestuur zal ons land zich na 2025 kunnen scharen in het rijtje van ontwikkelde naties, vinden de oppositionele partijen VHP, NPS, ABOP en PL.