In een onderhoud met de KLM-vertegenwoordiger, is aan het bestuur van de Associatie van Surinaamse Reisagenten (ASRA) de verslechterde financiële situatie van de KLM aan de ASRA voorgehouden als gevolg van COVID-19 en de maatregelen die de KLM wenst te nemen om de kosten te drukken. Eén daarvan is het schrappen van de zes procent commissievergoeding van de Surinaamse reisagent al per 1 april 2020, een datum die tijdens het onderhoud werd verschoven naar 1 mei 2020, meldt de ASRA in een persbericht.
De ASRA heeft als reactie hierop benadrukt dat niet alleen de KLM in financieel zwaar weer is vanwege COVID-19, maar ook de reisagenten. Vanaf 14 maart is het luchtruim van Suriname gesloten en hebben de reisagenten sindsdien geen inkomsten. Er is ook geen zicht op een sociaal vangnet voor de reissector waardoor reisagenten uitsluitend aangewezen zijn op hun reserves. Afhankelijk van de duur van deze situatie zullen enkele reisagenten wellicht hun personeel moeten ontslaan, terwijl het gevaar van sluiting van bedrijven niet ondenkbaar is.
Het is voor de ASRA daarom onbegrijpelijk dat de KLM juist in zo een kritische fase voor de branche en het gehele land in het algemeen, met zo een voornemen komt, dat verstrekkende economische en sociaal maatschappelijke gevolgen zal hebben voor de ASRA, los van het feit, dat de nationale wetgeving, waarvan de ASRA bescherming geniet, ingevolge artikel 4 lid a van onze Grondwet (S.B. 1987 no. 116, gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijziging bij S.B. 1992, no. 38), niet ter zijde kan worden geschoven door een dergelijk besluit van de KLM.
De ASRA-leden hebben dan ook unaniem gesteld in deze tijd en onder de huidige omstandigheden niet te kunnen meewerken aan enig voorstel dat hun inkomsten verder doet afnemen. De reisagenten benadrukken ook dat het niet aan hen is gelegen het staatsbesluit te amenderen of beëindigen, maar dat zulks het prerogatief is van de Surinaamse regering. Dit laatste wordt ook door de KLM-vertegenwoordiger onderschreven met respect voor het staatsbesluit, maar is van mening dat een overeenstemming tussen de beide partijen – airline en reisagenten – het de regering makkelijk maakt het staatsbesluit wederom ter discussie te stellen.
De ASRA wijst eveneens op het sneeuwbaleffect dat dit besluit zal hebben waarbij al de overige airlines, die tot dusverre hebben getoond geen moeite te hebben met het staatsbesluit, aanleiding zullen vinden dezelfde weg op te gaan als de KLM. De commissievergoeding is de belangrijkste bron van inkomen die de reisbureau branche in stand houdt en arbeidsplaatsen garandeert.
Het bestuur van de ASRA voert nochtans de gesprekken voort met de KLM in de hoop een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te vinden. Het bestuur van de ASRA wordt dezer dagen ook door de minister Chotkan van OWT en C ontvangen voor nader overleg over deze aangelegenheid.