Winston Ramautarsing, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), heeft vandaag tijdens een virtuele bijeenkomst van de Kenniskring zijn bezorgdheid uitgesproken over de Wet uitzonderingstoestand COVID-19, die momenteel wordt behandeld in het parlement. Hoewel het thema van de avond was ‘De mogelijke effecten van de valutawet’, is er ook gesproken over de Wet uitzonderingstoestand COVID-19.
Hij gaf aan dat de regering met de goedkeuring van deze wet een blanco cheque zal krijgen. Volgens hem wil de regering misbruik maken van de situatie rond COVID-19 en gebruikt deze als dekmantel.
De econoom legde uit dat de regering momenteel door haar beleid van overheidsbesteding in grote financiële problemen zit, waaronder het niet in staat zijn om de salarissen van de ambtenaren over de maand april uit te betalen. Hij legde uit dat de regering met deze wet de opdracht kan geven aan de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) om monetair te financieren.
Consultant Viren Ajodhia voegde eraan toe dat de regering de twee wetten, Wet op de staatsschuld en de wijzing van de Bankwet in 2002, die zijn goedgekeurd ter bescherming van burgers, op zij kan zetten. Hij legde uit dat de Wet op de staatsschuld bedoeld was om de minister van Financiën te beperken ongelimiteerd te lenen door middel van een obligoplafond. Dit is volgens hem vorig jaar november door een wijzing in het parlement weg komen te vallen. Met de aanname van deze wet zal het niet meer dan tien procent monetair financieren van de overheid ook komen weg te vallen.
Bryan Renten, voorzitter van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), merkte op dat het parlement zich wederom heeft voorgedaan als te zijn onfatsoenlijk en onbetrouwbaar door stakeholders niet te horen bij de voorbereiding van deze wet. Hij gaf aan dat er gevraagd was om voor tien uur vanmorgen commentaar te geven op deze wet. Echter heeft de regering de VSB en de Vereniging van Medici in Suriname (VMS) formeel niet gevraagd. Desondanks hebben de organisaties commentaar gegeven.
Renten zei dat de regering de indruk wil wekken alsof zij met stakeholders over deze wet aan tafel heeft gezeten. De Wet uitzonderingstoestand COVID-19 biedt volgens hem ruimte voor censuur en neemt alle middelen om te protesteren weg.
Hij voegde eraan toe dat de VSB daarom voorstander is om de wet voor twee weken te doen gelden en niet voor drie maanden, waarbij deze zeker nog voor een maand na de verkiezingen zal gelden. Zowel Ramautarsing als Ajodhia delen de mening dat de wet te maken heeft met het winnen van de komende verkiezingen.