De Wet uitzonderingstoestand COVID-19 is al afgekondigd en gepubliceerd in het Staatsblad van de Republiek Suriname. Deze wet is op 8 april aangenomen en op 9 april afgekondigd door president Desi Bouterse. Uit deze wet vloeit een Noodfonds voort van SRD 400 miljoen.
Hiermee wil de regering in deze COVID-19-periode de nodige uitgaven doen om deze crisis periode te kunnen overbruggen. Carl Breeveld, fractieleider van DOE, zegt desgevraagd aan Suriname Herald dat de COVID-19-maatregelen nodig waren, maar dat hij zich niet kan terugvinden in het financiële plaatje.
Hij maakt zich zorgen over de middelen die met deze wet in handen komen van de regering. “De financiële schandalen onder de huidige machthebbers liggen daar. Maar deze wet geeft de regering de mogelijkheid om de Bankwet en de Wet op staatsschuld terzijde te leggen. Dat is geen goed ding aangezien we weten wat het uitgavenpatroon van deze regering is”, beweert Breeveld.
Suriname heeft in een periode van vijf jaar, 95 leningen nationaal en internationaal gesloten. De parlementariër noemt de schuldpositie van het land een financiële chaos. Dit jaar nog zal Suriname een aanvang moeten maken met het aflossen van SRD 1.100 miljoen aan rente, terwijl het land SRD 1.400 miljoen moet ophoesten om in juni dit jaar te beginnen met het aflossen van leningen. De vraag nu is vanwaar deze middelen zullen komen om aan deze verplichtingen te kunnen voldoen.
Breeveld stelt dat zijn fractie geen extra financiële ruimte zal geven aan de regering, onder het mom van een situatie, terwijl er totaal geen zicht op zaken is. Na de aanname van de wet is er een Parlementaire Crisiscommissie benoemd. Hij legt uit dat de DOE-fractie van daaruit zal proberen om deze zaak te volgen.
De volksvertegenwoordiger zegt dat er nu al geruchten de ronde doen, dat minister Gillmore Hoefdraad van Financiën aanstalten maakt om miljoenen te lenen bij de lokale banken voor het Noodfonds. De kans dat er druk wordt uitgeoefend op de banken is aanzienlijk, omdat het parlement met de Wet uitzonderingstoestand COVID-19, de Bankwet en de Wet op staatsschuld helemaal heeft uitgeschakeld.