Ouders die voor de maand maart reeds vooraf oppas voor hun kinderen betaald hadden, moeten geen geld van de crèchehouder gaan opeisen. Dit benadrukt minister André Misiekaba van Sociale Zaken en Volkshuisvesting tegenover het NII. De bewindsman reageerde op de ruis die is ontstaan nadat hij eerder tijdens de persconferentie van het Nationaal COVID-19 Managementteam op deze kwestie was ingegaan.
De minister verduidelijkt te hebben aangegeven dat de ouders voor de maand maart twee weken tegoed hebben van de crèchehoudsters. “Want veel van de ouders hadden al betaald, terwijl er geen crèche was vanwege corona,” aldus minister Misiekaba.
Hij benadrukt dat de ouders in samenspraak met de leiding van de dagverblijven invulling moeten geven aan de verrekening van het tegoed. “Het is niet dat u uw geld moet gaan opeisen,” benadrukt de bewindsman andermaal.
Er kan volgens hem bijvoorbeeld worden afgesproken dat er in september voor een week niet betaald wordt. Minister Misiekaba wijst erop dat de crèches ook hun vaste lasten hebben en dus geen contant geld kunnen retourneren. Hij legt verder uit dat de ouders voor april en de volgende maanden gewoon in conclaaf moeten treden met de crècheleiding zoals ze al gewend waren om met elkaar afspraken te maken. “Het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting kan daartussen niet komen,” zegt de bewindsman.
Volgens hem zou het, indien de COVID-19-situatie zich niet had voorgedaan, van 9-20 april normaal ook paasvakantie zijn. Er zijn ouders die ook gewoon betalen voor de vakantieperiode, terwijl sommigen voor een heel jaar vooraf betalen. “Dus men zou gewoon betalen, if corona no beng de,” aldus minister Misiekaba.
Hij drukt de ouders op het hart te overleggen met de leiding van de crèche aan wie zij hun kind toevertrouwen, dit omdat veel ouders een jarenlange en heel goede band hebben met de opvanginstellingen. Het gaat volgens hem niet om een zaak waar het ministerie in kan komen.