De afspraken tussen de regering en de Turkse handelsdelegatie voor het bouwen van woningen zijn voorlopig geparkeerd. Reden hiervoor is de wereldwijde COVID-19-crisis, zegt minister André Misiekaba van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo).
In februari vertoefden de Turken in het land en toonden interesse voor het woningbouwbeleid van de regering. Er waren al gesprekken gevoerd met minister Misiekaba, de Surinaamse Postspaarbank (SPSB), Finabank en de Hakrinbank.
Er zijn toen verschillende financieringsmodellen besproken. Aan het NII zegt de bewindsman dat aan deze afspraken geen vervolg kon worden gegeven, omdat de Turken door de COVID-19-situatie niet meer naar Suriname konden afreizen.
De handelsdelegatie had aangeboden te bouwen door middel van voorfinanciering. Er zou al vóór de verkiezingen worden gestart. “Maar al deze zaken zijn gebracht tot na de verkiezingen”, zegt de minister.
De Turkse delegatie had tijdens haar aanwezigheid in Suriname ook een Memorandum of Understanding (MoU) getekend met het bestuur van City of Para, dat belast is met de opzet van een woningbouwproject in dat district. Deze MoU behelst de bouw van honderd woningen door de Turkse huizenfabrikant NURIS.
Minister Misiekaba erkent dat de woningnood groot is en dat het aantal van ongeveer vijfduizend gebouwde huizen in de afgelopen periode een druppel op een gloeiende plaat is. Hij zegt dat er behoefte is aan 25.000 tot 30.000 woningen. “Hoe meer er wordt gebouwd, hoe meer aanvragen er zijn”, zegt de bewindsman.
Hij benadrukt dat er op een veel hoger tempo gebouwd zal moeten worden. De voorwaarden daarvoor zijn al getroffen met de aanname van de wetten Woningbouwfonds en Garantiefonds voor Huisvesting. Deze instituten moeten nog worden opgezet.
Personen die echt in grote problemen zijn omdat zij hun huishuur niet kunnen betalen of gezinnen die uit huis zijn gezet, kunnen voor hulp wel terecht bij het ministerie dat over een financiële pot beschikt. Minister Misiekaba benadrukt echter dat de middelen niet onbeperkt zijn. De personen zullen moeten bewijzen dat zij de huur niet kunnen betalen of uit huis zijn gezet.