In Suriname zijn er tot op heden 404 COVID-19-testen uitgevoerd. Dat is volgens Cleopatra Jessurun, directeur van het ministerie van Volksgezondheid, nog steeds meer dan het aantal testen dat uitgevoerd is in buurland Guyana. Daar zijn er tot nu toe 320 testen gedaan.
Suriname telt al enkele weken slechts tien positief besmette gevallen, waarvan intussen een persoon is overleden en zes zijn genezen verklaard en ook ontslagen. Drie personen zijn nog aan het herstellen en intussen aan de betere hand. De directeur benadrukt dat patiënten herhaaldelijk worden getest, om na te gaan of de testen negatief uitwijzen of nog steeds positief zijn.
De functionaris wijst erop dat in de ontslagcriteria is opgenomen dat de persoon tenminste twee keer negatief moet testen, voordat die wordt ontslagen. “Die testen gaan nog steeds door”, zei de functionaris. Zij gaf verder aan dat het managementteam constant op de hoogte wordt gehouden door infectiologen, die ook aangeven wanneer iemand gereed is om ontslagen te worden uit het ziekenhuis.
De directeur gaf ook aan dat er heel wat samenzweringstheorieën zouden zijn als zouden er in Suriname te weinig testen worden uitgevoerd, waardoor het land ook maar tien gevallen telt. Dezelfde theorieën beweren dat er meerdere besmette gevallen in Suriname zijn, maar die zouden door de autoriteiten geheim worden gehouden.
“We hebben een verantwoordelijkheid naar de samenleving toe, want wij hebben altijd gezegd dat we transparant zullen doorgeven om hoeveel cases het gaat en we mogen van geluk spreken dat we op dit moment tot nu toe op tien cases staan”, sprak de volksgezondheidsfunctionaris. Ze zei dat juist vanwege de nauwkeurige metingen het aantal gevallen laag is.
Met betrekking tot de transmissie van het COVID-19-virus is die niet mogelijk via bloedtransfusie. Jessurun zei dat van elke instantie die onder de vleugels van het ministerie opereert wordt verwacht dat zij een eigen protocol in place heeft, met betrekking tot haar werkzaamheden.
Ook bij de Nationale Bloedbank van het Surinaamse Rode Kruis is daar sprake van. De protocollen worden afgestemd op de dienst die wordt verleend aan de gemeenschap. Alle basismaatregelen, zoals onder andere de hygiëneregels en de afstand van twee meter van elkaar houden, gelden overal.