De overheid heeft volgens Steven Debipersad, bestuurslid van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), geen geld om de financiële nood van de samenleving in deze tijd van het coronavirus te verlichten. Dit zei hij gisteren tijdens de virtuele discussieavond van de Kenniskring met als thema: “Effecten downgrading, valutaschaarste en corona op het bedrijfsleven Su!”.
De overheid heeft volgens Debipersad niet gespaard en heeft geen fondsen over om de dagelijks groter wordende groep financieel te ondersteunen. “Aan de ene kant gaat het om ondernemers, vooral kleine ondernemers, maar vergeet niet dat deze periode het zwaarst is voor werknemers en hun gezinnen. Het niet rijden van bussen brengt meer uitgaven met zich mee om van en naar het werk te gaan en door het wisselkoersgebeuren is in een korte tijd echt alles duurder geworden. Het leven is veel zwaarder geworden, de koopkracht is sterk achteruitgegaan”
Debipersad gaf aan dat de overheid ergens zal moeten inkomen om de financiële nood te verlichten. Hij merkte op dat de overheid financieel niet in staat is om burgers tegemoet te komen. Initiatieven om monetair te financieren om bedrijven en andere groepen te helpen zal volgens hem averechts werken, de koopkracht verminderen en ons in een neerwaartse spiraal brengen.
Hij zei dat er andere typen van maatregelen zijn waar de overheid wel kan ondersteunen zonder dat deze negatief zullen doorwerken. Hij noemde hierbij het afzien van loonbelasting en het maken van afspraken over de inkomstenbelasting met werkgevers.
Debipersad is voorstander van een generaal pardon. De econoom gaf aan dat het erop lijkt dat al de problemen worden opgestapeld en worden verschoven tot na de verkiezingen zoals in 2015 en 2016. “Nu echter komt het coronavirus er bovenop. Een zeer gevaarlijke ziekte met ongekende ernstige gevolgen”.
Hij zei dat wij als samenleving nu leven met een COVID-19-realiteit, waarbij de klappen als eerst gevoeld worden in de sectoren toerisme en transport. Hij voegde eraan toe dat dit ook het geval is bij landbouwgezinnen en burgers die hosselen.