Suriname wordt mogelijkerwijs verder gedowngraded naar D, als zij over vijf dagen niet in staat is de rentes van diverse leningen te betalen. Enkele gevolgen hiervan zullen zijn dat crediteuren hun geld kunnen opeisen op grond van het recht dat in New York geldt, die crediteur vriendelijk is.
De obligatie is volgens deze wet uitgegeven. Dit zei de directeur van De Surinaamsche Bank (DSB), Steven Coutinho, dinsdag tijdens de virtuele lezing van de Kenniskring. Het thema van die lezing was ‘Effecten downgrading, valutaschaarste en corona op bedrijfsleven Su!’
Coutinho noemde als voorbeeld Argentinië, waar crediteuren verregaande maatregelen hebben genomen om aan hun gelden te komen. Ze hebben beslag gelegd op alle activa binnen en buiten het land. “Ik hoop niet dat het gaat gebeuren in Suriname, maar ik geef gewoon even aan wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn.”
Ook bedrijven zullen volgens hem tegen hogere rentes moeten lenen op de internationale kapitaalmarkt. Hij gaf verder aan dat Suriname zou moeten herstructureren door uitstel van betalingen te vragen en lage rentes en mogelijkerwijs de koopsom omlaag brengen. De staat moet volgens hem zo snel mogelijk met de crediteuren onderhandelen.
Coutinho legde verder uit dat er meer is uitgegeven dan er überhaupt is verdiend. Het jaar 2019 is afgesloten met een tekort van ongeveer SRD 2,5 miljard, wat neerkomt op acht procent van ons bruto binnenlands product (bbp). “Om het even in vergelijking te brengen met andere landen, in Europa hebben zij een overeenkomst dat landen niet verder mogen uitstijgen dan drie procent van hun bbp.”
De bankdirecteur zei dat er niet alleen geleend is in SRD, maar ook in Amerikaanse dollars. Hij noemde in dit kader de lening bij Oppenheimer van meer dan half miljard US-dollar tegen een rente van 10 procent, met natuurlijk ook een heleboel andere leningen die recent ook afgesloten zijn.
Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) had Suriname eind vorig jaar een schuldenlast van SRD 21 miljard. Dit is ongeveer 75 procent van ons bbp. De bankier gaf ook aan dat het raadzaam is dat wij niet stijgen boven de 60 procent. Hij stelde dat er meer geïmporteerd is, dan geëxporteerd. Volgens cijfers van het IMF is er US$ 243 miljoen meer geïmporteerd dan geëxporteerd. Coutinho zei dat hierdoor de reserves op den duur omlaaggaan. Volgens hem zitten wij helemaal niet op de drie maanden dekking, die wij zouden moeten hebben.
In het geval van tekorten wordt er geleend en dit is volgens de bankier het probleem. Hij gaf aan dat lenen niet meer mogelijk is, omdat crediteuren voornamelijk kijken naar de aflossingscapaciteit. Dit is volgens hem minder geworden. “Mensen die op dit ogenblik een obligatie hebben, willen die obligatie dus gaan verkopen.”
Hij gaf ook aan dat bij het verkopen van de obligatie de effectieve rente omhoogschiet en dat mensen daarvoor gecompenseerd willen worden. Coutinho merkte verder op, dat Suriname een hoog percentage zal moeten aanbieden willen zij weer lenen of heel veel onderpand geven. Hij vraagt zich af als er nog voldoende onderpand is.