Suriname moet sterker komen uit de COVID-19-crisis. Om dit mogelijk te maken heeft de regering een Productiefonds van SRD 300 miljoen ingesteld voor lokale productiebedrijven. Het Productiefonds is naast het Noodfonds van SRD 400 miljoen voor acute noodhulp. Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën, zei gisteren tijdens de persconferentie dat de COVID-19-pandemie een crisis is die ook kansen met zich meebrengt.
Vanuit de gedachte ‘wan ogri tjar wan bun’, zal aan lokale ondernemers en producenten die het hardst getroffen zijn, ondersteuning worden geboden om hun productie op te voeren. Het streven is om te komen tot importvervanging en exportbevordering. Uit dit Productiefonds zal kunnen worden geleend tegen drie procent rente met een grace period van een jaar, zei Hoefdraad.
Dit, tegen vooraf vastgestelde aanmerkings- en leencriteria. Het beheer en toezicht van het fonds zal worden gevoerd door een commissie met vertegenwoordigers van de Raad van Vakcentrales in Suriname (Ravaksur), het bedrijfsleven met name de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) en de ministeries van Financiën, Handel, Industrie en Toerisme (HI en T) en Arbeid. Het fonds zal worden geoperationaliseerd door een staatsbank.
Overige ondersteuningsmaatregelen
Overige maatregelen ter ondersteuning en versterking van de lokale productiesector zijn:
– Het aansterken van de economische bedrijvigheid door het verlenen van investerings-, krediet-, belasting-, en exportfaciliteiten, aan vooral bedrijven die de diversificatie van onze economie bevorderen zoals agrarische, toerisme, ICT en dienstverlenende bedrijven;
– Instelling Productiefonds van totaal SRD 300 miljoen in tranches van SRD 50 miljoen via de staatsbanken voor investeringen in Kleine- en Middelgrote Ondernemingen;
– Importbeperkende maatregelen ter stimulering van lokale productie; garandering van valuta voor noodzakelijke inputs;
– Het reduceren van bepaalde kosten zoals de baggerfees voor de scheepvaart;
– Support aan staatsbedrijven in distress.
Met het Productiefonds zal volgens de bewindsman alternatief lokaal ondernemerschap worden gestimuleerd en de zelfwerkzaamheid, verdere diversifiëring van de economie en importvervanging aangemoedigd. Voorkeursectoren zijn de agrarische sector en toerisme. Agrarische teelt en -verwerking krijgen een extra ondersteuning, zodat lokale en gezonde voeding binnen alle gelederen van de samenleving beschikbaar zijn.
Ook zijn voorstellen gedaan om gedurende de partiële lockdown toeristische plekken en oorden te laten opknappen en uitbreiden, als voorbereiding op de toeristen influx na de COVID-19-pandemie.
Vergunningen, deviezenbeschikbaarheid en andere randvoorwaarden voor stimulering lokale productie die in het kader van het Noodfonds door de overheid zullen worden gefaciliteerd zijn:
– Reduceren van de baggerfee op constructiemateriaal;
– Importbeperkende en prioritering van maatregelen ter stimulering van de lokale productie voor de ministeries van HI en T en LVV;
– Garanderen van valuta voor inputs van lokale productie HI en T en LVV;
– Garanderen van essentiële consumptie en medische goederen zoals babyvoeding, meelgrondstoffen, medicamenten, inputs voor het ministerie van LVV.
Onder alle omstandigheden is de focus op het in stand houden van arbeidsplaatsen, creatie van nieuwe arbeidsplekken, omscholingen en trainingen.