“Ik heb de werkrelatie ervaren als een succes. Van hieruit wil ik u bedanken voor de goede werkrelatie,” zei Margaratha Malontie, deken van de districtscommissarissen (dc’s), namens alle dc’s tegen minister Edgar Dikan van Regionale Ontwikkeling.
De minister had op 14 juli zijn laatste bespreking met deze functionarissen in Groningen. De vergadering stond in het teken van de beëindiging van de ambtstermijn van Dikan in verband met de machtswisseling vandaag.
De bewindsman heeft aan de vooravond van zijn vertrek dank uitgebracht voor de ondersteuning. Daarnaast heeft hij begrip gevraagd en excuses gemaakt bij het korps voor beslissingen die hij soms tegen de verwachting van dc’s heeft genomen.
Malontie zei dat de samenwerking tussen de dc’s en de minister en zijn staf altijd heeft plaatsgevonden in een sfeer van respect en professionaliteit. In haar rol als nestor had ze een bijzondere uitdaging om de wensen en grieven van de dc’s bespreekbaar te maken bij de regering.
Ze heeft de indruk dat de dc’s vaak ervan uitgingen dat zij niet hard genoeg haar best deed. Op deze laatste ontmoeting, onder het aftredende regiem, zei ze altijd alles te hebben gedaan wat in haar vermogen lag. Er zijn veel plannen gemaakt en er was veel goede wil, maar het ontbreken van financiële middelen heeft het heel moeilijk gemaakt. Behalve de collectieve boodschap via Malontie, hebben verschillende dc’s de minister ook persoonlijk bedankt voor de manier waarop hij richting heeft gegeven aan het ministerie, zijn coaching en open oor.
Wilco Finisie, directeur Regionale Ontwikkeling, hoopt dat er in de toekomst meer ruimte zal bestaan voor de dc’s om te werken en dat er meer wordt geregeld om hun werk te laten vlotten. “Dan pas zal het instituut van dc tot volle wasdom komen,” aldus Finisie. Hij gelooft er elk geval in dat er de afgelopen vijf jaar een goed fundament is gelegd voor degenen die zullen overnemen.
“You did a great job. I am proud of you,” aldus de bewindsman in zijn boodschap. Hij heeft de successen van het departement en de dc’s toegeschreven aan de werklust, het onderlinge respect en de teamgeest die aan de dag zijn gelegd. Hij zei dat de dc’s met trots kunnen terugkijken op wat er samen is neergezet. “Mensen kunnen van inzichten verschillen. Maar wie ook na u komt, laat niemand aanleiding vinden om te zeggen dat u niet hebt gewerkt,” zei hij.
Dikan blikt tevreden terug op de geëtaleerde eenheid en de waardering voor overleg in het team. Ook hij heeft veel geleerd van de dc’s. De bewindsman heeft het Dc Collectief sinds zijn aantreden in 2015 gehanteerd als een regulier platform om met de dc’s van gedachten te wisselen over beleidsaangelegenheden, aandachtspunten en knelpunten zowel collectieve als specifieke actualiteiten in de districten.